Onderstaand een overzicht van de bijbelgedeelten, die in de loop der jaren zijn voorgelezen aan het begin van de vergadering. Een enkele keer werd niet opgetekend om welke tekst het ging. Ook werd een enkele keer vermeld: opening op de gebruikelijke wijze; of er uit de bijbel werd gelezen of niet stond er niet bij; aannemelijk is dat het wel gebeurde. Later wordt een aantal malen ook niet gelezen, althans het wordt niet vermeld; waarom wordt niet altijd duidelijk. Vanaf 1969 worden bijbelteksten aanvankelijk afgewisseld en later vervangen door andere min of meer stichtelijke teksten.
De vetgedrukte nummers geven telkens de Dies Natalis aan.
Meestal werden teksten uit het Nieuwe Testament genomen. Van de bijbelboeken uit het Oude Testament waren de Psalmen veruit het meest gebruikt.
1 22 januari 1947 : Psalm 113.
2 12 maart 1947: Psalm 142
3 20 mei 1947: gedeelte van Romeinen 5.
4 16 oktober 1947: 2 Koningen 12.
5 2 december 1947: Lucas 15.
6 30 januari 1948: Mattheüs 6.
7 23 april 1948: Romeinen 15:1-13.
8 30 april 1948, 1e Dies Natalis: Bijbellezen.
9 31 mei 1948: Jacobus 3
10 20 oktober 1948: enkele verzen uit Mattheüs 10.
11 20 november 1948: enkele verzen uit Lucas 11.
12 8 december 1948: gebruikelijke wijze.
13 17 februari 1949: gebruikelijke wijze.
14 18 maart 1949, 2e Dies Natalis: Psalm 130.
15 17 mei 1949: gebruikelijke wijze.
17 19 en 20 november 1949: enige verzen uit Jacobus 4.
18 januari 1950, 3e Dies Natalis: schriftlezing
19 22 maart 1950: schriftlezing.
20 17 mei 1950: schriftlezing.
21 –
22 –
23 februari 1951: als inleiding op de lezing Handelingen 2: …
24 25 maart 1951, 4e Dies Natalis: gedeelten uit Mattheus 27.
25 4 mei 1951: enkele verzen uit Romeinen 14.
26 –
27 30 november 1951: schriftlezing
28 14 maart 1952, 1e lustrum: 1 Corinthiërs 12:1-13
29 31 maart 1952: Jesaja 43:19-21
30 6 mei 1952: gedeelte uit Hebreeën 12
31 30 mei 1952: Psalm 93
32 16 october 1952: 1 Timotheüs 6:11-16
33 15 en 16 november 1952: Jesaja 42: 1-7
34 11 maart 1953, 6e Dies Natalis: Micha 7.
35 28 april 1953: Openbaring 21:1-8
36 3 juni 1953: Efeziërs 6:10-20
37 21 en 22 november 1953: de gelijkenis van de Verloren Zoon.
38 10 december 1953: Jesaja 55
39 28 januari 1954: Psalm 90.
40 12 maart 1954, 7e Dies Natalis: de gelijkenis der talenten
41 7 oktober 1954: Romeinen 14: 1-12 .
42 27 en 28 november: Efeziërs 4: 17-32 .
43 27 januari 1955: Psalm 89 .
44 17 maart 1955, 8e Dies Natalis: 1 Corinthiërs 3: 10-15 .
45 19 mei 1955: 1 Petrus 2 .
46 6 oktober 1955: Jacobus 1:2-12 .
47 8 november 1955: Romeinen 13: 1 t.e.m. 7 .
48 19 en 20 november 1955: Mattheüs 19:16-24 .
49 31 januari 1956: Psalm 65 .
50 2 maart 1956 , 9e Dies Natalis: laatste deel van Romeinen 8 .
51 26 april 1956: 1 Petrus 2: 4-6 .
52 12 oktober 1956: Galaten 5:2 .
53 24 en 25 november 1956: Psalm 23 .
54 19 december 1956: enkele verzen uit Job 38 .
55 25 januari 1957, 2e lustrum: enkele verzen uit Psalm 68 .
56 12 maart 1957: enkele verzen uit Psalm 14 .
57 datum?: enkele verzen uit Johannes 8
58 10 oktober 1957: enige verzen uit Psalm 8 .
59 23 en 24 november 1957: Psalm 115
60 29 januari 1958, 11e Dies Natalis: Psalm 111 .
61 4 maart 1958: Prediker 7:15-22 .
62 31 maart 1958: Galaten 6:1-9
63 27 mei 1958: Johannes 8:12-20 .
64 20 oktober 1958: Hebreeën 10: 1-18 .
65 15 en 16 november: Psalm 38 .
66 18 december 1958: Mattheüs 5: 1-12 .
67 22 januari 1959, 12eDies Natalis: Efeziërs 2: 1-7 .
68 26 februari 1959: enkele verzen uit Jacobus 2 .
69 20 maart 1959: gedeelten uit Prediker en Jezus Sirach .
70 28 april 1959: enkele gedeelten uit Mattheüs 15 .
71 15 oktober 1959: Psalm 98 .
72 22 en 23 november: enkele gedeelten uit Genesis 9
73 28 januari 1960, 13e Dies Natalis: Johannes 6:4-eind
74 –
75 16 maart 1960: gedeelte uit Hebreeën 10 .
76 23 juni 1960: Deuteronomium 13: 1-7
77 27 oktober 1960: 2 Thessalonicenzen. 2 : 1-7
78 19 en 20 november 1960: Romeinen 13
79 12 december 1960: Jesaja 42: 1-7
80 9 februari 1961, 14e Dies Natalis: 1 Johannes 5: 1-12
81 2 maart 1961: Mattheus 18: 15-20
82 23 maart 1961: Johannes 17
83 20 april 1961: Johannes 8: 30-59
84 16 mei 1961: Johannes 21: 1-14
85 15 juni 1961: Johannes 5: 19-47
86 21 september 1961: 2 Petrus 1
87 11 en 12 november 1961: Job 28
88 18 januari 1962: 1 Johannes 4: 7-21
89 26 januari 1962, 3e lustrum: Romeinen 8: 31-39
90 15 februari 1962: Hebreeën 11: 1-6
91 15 maart 1962: Efeziërs 4: 1-16
92 11 april 1962: Lucas 23: 33-43
93 14 mei 1962: Jeremia 22: 1-5
94 14 juni 1962: Psalm 140
95 6 september 1962: Mattheüs 19: 16-26
96 11 en 12 oktober 1962: Zacharia 8
97 9 november 1962: Johannes 7: 58 – 8: 11
98 17 en 18 november 1962: Psalm 104
99 21 januari 1963: Marcus 4: 26-34
100 8 februari 1963, 16e Dies Natalis: Psalm 65 en Joël 3: 9-21
101 11 maart 1963: gedeelte uit Romeinen 5
102 28 maart 1963: gedeelte uit Johannes 16
103 2 mei 1963: gedeelte uit Efeziërs 6
104 21 mei 1963: Spreuken 1: 20-33
105 18 september 1963: Psalm 90
106 29 oktober 1963: Psalm 58
107 9 en 10 november: Lucas 10: 37b
108 10 december 1963: gedeelte uit Job 9
109 21 januari 1964: gedeelte uit Lucas 18
110 31 januari 1964, 17e Dies Natalis: gedeelte uit Colossenzen 2
111 25 februari 1964: Marcus 4: 21-26
112 17 maart 1964: Lucas 13: 22-30
113 26 mei 1964: Lucas 13:22-30
114 31 oktober en 1 november 1964: Lucas 14: 12-20
115 15 december 1964: uit Genesis 4 wegens de vele geboorten
116 –
117 12 februari 1965, 18e Dies Natalis: Romeinen 8: 31-39
118 2 maart 1965: Hebreeën 12:1-3 en 12-17 en Prediker 4:13-16 op verzoek van am. Smit
119 23 maart 1965: Jesaja 2:1-5
120 11 mei 1965: enkele wijze spreuken
121 15 juni 1965: Spreuken 27:11-22
122 14 september 1965: Genesis 1:1-8 en 26-31 in verband met de lezingencyclus
123 5 oktober 1965: enkele gedeelten uit Jeremia 26
124 6 en 7 november 1965: Spreuken 27:23A
125 14 december 1965: Mattheüs 22:34-40
126 18 januari 1966: Johannes 8: 12-20
127 4 februari 1966, 19e Dies Natalis: Psalm 115
128 8 maart 1966: Psalm 22
129 3 mei 1966: enkele verzen uit Psalm 103
130 –
131 –
132 15 september 1966: Psalm 104 vers 24
133 4 oktober 1966: Lucas 9:28-36 en gezang 41, laatste vers als gebed
134 29 en 30 oktober 1966: Lucas 11:37-44
135 29 november 1966: Psalm 130
136 17 januari 1967: Ezechiël 34:22-31. Als gebed 2 verzen van Psalm 33.
137 2 februari 1967, 4e lustrum: Psalm 138:1-3,7,8 en als gebed Psalm 107:4.
138 7 maart 1967: Romeinen 14:7-12.
139 2 mei 1967: Romeinen 15: 5-7
140 23 mei 1967: 1 Corinthiërs 1:18-26
141 14 september 1967: gedeelte uit “De navolging van Jezus Christus”
142 3 oktober 1967: een deel uit gedichtenbundel van Hugo Claus
143 –
144 23 januari 1968: Prediker 9:13-18
145 8 februari 1968, 21e Dies Natalis: Jacobus 4:5-11
146 12 maart 1968: Jacobus 3:1-12
147 2 april 1968: Johannes 15:12-17
148 7 mei 1968: Spreuken 9
149 13 september 1968: Efeziërs 4:17-3
150 19 en 20 oktober 1968: Mattheüs 7:1-6
151 19 november 1968: Prediker 1 : 2-1
152 28 januari 1969: laatste hoofdstuk uit “Verstaat gij wat gij leest?” van H.M.Kuitert
153 13 februari 1969, 22e Dies Natalis: een gedeelte uit de nieuwe cathechismus
154 18 maart 1969: gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar Lucas 18:9-14
155 20 mei 1969: Prediker 1:2-11
156 9 september 1969: Openbaring 21:1-9
157 1 en 2 november 1969: Psalm 119:121-129
158 9 december 1969: praeses wil lezen Spreuken 1:10-19, “Mijn zoon, indien anderen …”, maar er is een prealabel van de amici Pietersma en Post: “het voorlezen uit de bijbel heeft geen nut en is vrij zinloos.”
159 februari 1970, 23e Dies Natalis: een stukje uit een geschiedenisboek: “De spilzieke wereld”
160 10 maart 1970: art. 1 van de “Universele verklaring van de rechten van de mens”.
161 –
162 –
163 12 mei 1970: na een opmerking van am. Bronsema 2 spreuken uit de agenda van de praeses.
164 9 juni 1970: voorlezen uit “Geloof in de toekomst” van Jurgen Moltmann.