De culturele en aesthetische vorming van de Christenstudent (A.R. Jonkhoff)

Nadat de spreker de begrippen cultuur, aesthetische vorming en Christen nader gedefinieerd heeft merkt hij op dat het gebed van Paulus niet gelijkvormig aan de wereld te worden vaak verkeerd wordt uitgelegd. Velen menen met de wereld datgene te moeten duiden wat men zelf niet wil. Zodoende kan men op een gegeven ogenblik alles afwijzen.
Spreker verstaat onder actief beoefenen van de kunst het zelf scheppen hiervan, terwijl het passief beoefenen het ondergaan van de kunst is.
Volgens hem kan men als Christen iets wat men niet actief wil beoefenen, ook niet passief gaan doen. Vele Christenen zullen er bezwaar tegen hebben zelf de balletkunst te gaan bedrijven. In dit geval is het gaan naar een balletvoorstelling zeker niet geoorloofd. Spreker toont aan dat de opvatting van Kuyper, die alle toneelspel wegens haar onwaarheid ontoelaatbaar achtte, wel iets van de huidige verschilt.
De spreker besluit zijn lezing met een pleidooi voor de actieve kunstbeoefening. Ook binnen V.E.R.A. zal men veel meer hieraan moeten doen.

Bespreking:
Am. v.d. Laan is het verschil tussen passieve en actieve kunstbeoefening niet geheel duidelijk, terwijl am. Roosjen meent dat er in het geheel geen verschil is, of hoogstens een gradueel onderscheid.
Am. Jonkhoff is het hier niet mee eens. Wel wil hij de passieve kunstbeoefening nog weer onderscheiden in actief en passief.
Am. Smit is het geheel niet met de spreker eens. Iets wat hij actief zal afwijzen, zal hij zeker wel passief kunnen en mogen waarderen. Wel zal hij de actieve beoefenaar van een dergelijke kunst op de gevaren hiervan wijzen.
Am. Melis vraagt waarom in onze tijd deze problematiek juist naar voren komt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *