De ontwikkeling van het gevoelsleven en ‘ethiek'” (R. v.d. Wal)

Een verschil van mening kan emoties doen ontstaan. Deze samenhang doet vermoeden dat er een nauwe relatie bestaat tussen “ethiek” en gevoelsleven. Het gevoelsleven van de mens vertoont ontwikkeling zoals waar te nemen is bij kinderen. Bij ernstige gevoelsmatige verwaarlozing van het kind, waarbij de liefde ontbreekt, kan een baby niet alleen gevoelsmatig, maar ook lichamelijk verkommeren. Bij minder sterke verwaarlozing kan het kind zich wel organisch ontwikkelen, maar treden wel sterke psychische storingen op. Een dergelijk kind zal zich later niet volgens de normen kunnen gedragen. Dit kan het kind ten onrechte het gevoel geven dat bepaalde impulsen naar hun aard in strijd zijn met bepaalde ethische normen. Ten onrechte, want een geheel van “redelijke” normen kan ook trekken vertonen die primair dienen om in een bepaalde groep vanouds verboden impulsen te sterk te onderdrukken. Hierdoor is het nodig de onder ons geldende normen ook eens in dit licht te bezien, zowel in geval van verstoring als in geval van zonder meer breken met het verleden.
Ten aanzien van het studentenleven wordt nog het volgende opgemerkt:
1)   De studietijd is een tijd van zelfstandig worden. Een positief-kritische houding t.o.v. thuis is zeker noodzakelijk.
2)   Indien de geldende normen uit het eigen milieu met te grote nadruk worden verworpen, getuigt dit van minder zelfstandigheid  dan de betrokkene doet voorkomen.
De uiteindelijke conclusie van drs. Tj. Jongsma is dat de religie, en niet de psychologie richting geeft aan onze normen. De persoonlijke mening van am. R. v.d. Wal is echter deze, dat het niet juist is het gevoelsleven door te trekken tot de religie.

Bespreking:
Am. E. Tienkamp merkt op dat Simon Vestdijk geschreven heeft dat in een bepaalde kerk mensen met een bepaalde psyche voorkomen. In de Lutherse kerk is men b.v. erg muzikaal.
Am. R. v.d. Wal: Op zichzelf is het onzin dat een bepaald milieu een karakter geeft dat in hetzelfde straatje geschoven kan worden. De opvoeding thuis geeft een bepaalde vasthoudendheid. Het niet loslaten is een rem om tot gesprek te komen.
Am. H. Boonstra: Iemand die een bepaald geloof is toegedaan zal tot een eigen overtuiging zijn gekomen.
Am. R. v.d. Wal: Paulus zegt: “Kent de wereld en behoudt het goede. ” Om b.v. te weten wat reddeloosheid is zul je bepaalde dingen aan de kant moeten zetten om reddeloosheid te zien.
Am. H. Boonstra: De Kerk zal nooit uit een bepaald karakter worden gebouwd. Wij moeten er steeds op letten wat onze voorouders hebben gedaan.
Praeses: Wij kunnen een Kerk noemen waarvan gezegd kan worden: Waar twee of drie in mijn naam vergaderd zijn, ben Ik in het midden van hen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *