De heer van Zanten noemt achtereenvolgens een aantal politieke partijen en bespreekt de verkiezingsuitslag.
CPN: de CPN heeft een aanzienlijke winst gemaakt. Deze winst is niet uit de lucht komen vallen. In de industriegebieden (Zaanstreek, Amsterdam) kan deze winst verklaard worden, doordat de arbeiders steeds loonsverhogingen moeten afdwingen, en doordat ze door de monopolies (Philips) in een benadeelde positie staan. De CPN heeft steeds al gevochten tegen het monopolie en heeft de arbeiders al vaker in beweging gebracht voor loonsverhogingen. Ook vooruitgang op het platteland (Delfzijl en omstreken). Door mechanisatie in de landbouw ontstaat er werkloosheid. Het toepassen van oude methoden (arbeiders op de schop) zal klassebotsingen tot gevolg hebben. Ze zullen zich tot de CPN aangetrokken voelen.
D 66: is op weg naar een Gaullisme. Het wil de democratie beknotten en de macht van de monopolies vergroten.
P.v.d.A.: verlies niet geheel hersteld, ondanks de plaats in de oppositie. Waarschijnlijk heerst er ontevredenheid over de slappe houding in de oppositie (Vietnam, houding t.o.v. KVP)
PSP: is voor de republiek. Van der Spek is halfslachtig; de kiezers hebben dit niet gezien. De PSP is overbodig en zal door de socialisten tenslotte worden verwijderd.
KVP: verlies, doordat men zich afkeerde van Schmelzer. Ook slappe houding in verband met de mijnsluiting.
AR en CHU: kleine teruggang van de CHU en kleine winst van de AR. Over het geheel genomen is rechts konstant gebleven.
Bespreking:
Er ontstaat een felle discussie tussen de Ichnathonen en de heer van Zanten. Aanvankelijk is het onderwerp: de verschillende politieke partijen, maar de discussie spitst zich toe tot de vraag wat het verschil is tussen socialisme en communisme.