Eemshaven 50 jaar
De eerste paal, een vergeten geschiedenis
Een gure en regenachtige middag in februari 1968. Door het weidse land van Noord Groningen, richting zeedijk, trekt langzaam een slang van auto’s voorafgegaan door een politiebusje en gevolgd door een tractor met platte kar met daarop zingende en schreeuwende jonge mannen met spandoeken. De gebruikelijke stilte en rust van het Hoogeland lijken wreed te worden verstoord maar niemand die daarom maalt. Er staat immers wat te gebeuren….
‘Bedreigd bestaan’
Eind vijftiger jaren verschijnt onder die titel een rapport. Aanleiding is de minder prominente rol van de landbouw in de provincie Groningen. De toenemende mechanisatie reduceert het aantal mensen dat in deze sector werkt. Het ontbreken van vervangende werkgelegenheid leidt langzaam maar zeker tot ontvolking. Daardoor komen de voorzieningen in de dorpen onder druk te staan, van winkel en kroeg tot school. Of in mooi Gronings gezegd: ‘gain volk, gain neern’. ‘Bedreigd bestaan’’ propageert onder meer de afsluiting van de Lauwerszee. Over water gesproken: een drietal Groningers (J. van Veen, oud-inwoner van Uithuizermeeden, N. Nanninga, oud-inwoner van Uithuizen en Boerma uit de stad Groningen) lanceren daarnaast een ander plan, en wel een zeehaven met grote diepgang ten noorden van het dorp Oudeschip. Voordat in 1968 daartoe wordt besloten is er heel wat gebeurd: rapporten, lezingen, vergaderingen, de oprichting van een heuse studieclub (‘Studiegroep Eemsmond’), een huis-aan-huiskrant, een maquette en acties. Over die acties, en in het bijzonder één waarbij ik zelf betrokken was, gaat het hierna. Op amateurfilmopnamen en een paar krantenberichten na is in de min of meer officiële geschiedschrijving over de Eemshaven via boeken en krantenartikelen over die laatste actie niets terug te vinden. Vandaar dit verhaal.
Van richtingbord tot gratis treinreisje
Eén van de mannen achter veel acties is de burgemeester van Uithuizermeeden, Arend Drost. Hij denkt niet alleen in het groot maar is ook lang van gestalte. Wanneer het idee van een zeehaven uit het zicht dreigt te verdwijnen – de Groninger autoriteiten zijn verdeeld: met Delfzijl heeft de provincie toch al een zeehaven? – neemt deze burgemeester het initiatief tot een ludieke actie: hij geeft opdracht om richting Oudeschip verwijsborden te plaatsen met de tekst ‘Eemshavenproject’. Voor het eerst laat een overheidsinstantie openlijk merken dat ze gelooft in de mogelijkheden van een zeehaven voor de regio. Daarmee is de eerste stap in de richting van de Eemshaven gezet. Om Delfzijl, dat als grotere gemeente ook de nieuwe haven graag op haar terrein wil, het hoofd te bieden besluiten de gemeentebesturen van Uithuizermeeden en Uithuizen één gemeente te vormen. Deze gezamenlijke actie heeft resultaat want zowel ‘Den Haag’ als de plaatselijke bevolking gaan daarmee akkoord. Zo zal de nieuwe Gemeente Hefshuizen ontstaan. Nóg een hobbel: de Nederlandse Spoorwegen dreigen roet in het eten te gooien met het willen sluiten van de spoorlijn Groningen – Roodeschool, het noordelijkste station van ons land. De Studiegroep Eemsmond laat zich weer niet onbetuigd en organiseert op 8 mei 1967, nota bene met medewerking van de NS!, een gratis treinretourtje Groningen – Roodeschool. Het wordt een geanimeerde demonstratie met een overvolle trein, vrolijke muziek, feestende mensen en pakkende spandoeken waaronder zelfs ‘Noorden geen trein, Westen geen gas’. De landelijke pers, radio en televisie maken er uitgebreid melding van.
Laatste ludieke actie
Op 8 februari 1968 zullen Provinciale Staten van Groningen vergaderen over de jaarbegroting en daarbij ook een besluit nemen over de aanleg van de Eemshaven. In de aanloop daarvan neemt burgemeester Drost weer het initiatief. Hij is een goede kennis van mijn ouders en komt tijdens zijn bezoeken aan het Provinciehuis in de Stad altijd even bij hen in de winkel, ‘Het Groninger Jagershuis’ in de Gelkingestraat. Soms ben ik daarbij. Als hij zich een keer laat ontvallen dat hij niet helemaal gerust is over een positieve beslissing van de Staten vraagt hij mij: ‘Kun jij niet met wat studenten, samen met onze gemeente, voor wat extra reuring zorgen? Jullie houden toch wel van een feestje?’ Als voorzitter (‘praeses’) van Ichnathon, onderafdeling (‘dispuut’) van de Groninger studentenvereniging VERA, kost het weinig moeite om de dispuutsleden mee te krijgen. Het dispuut kan bij die gelegenheid ook mooi zijn verjaardag (‘dies’) vieren. Hoe kan dat beter dan met een stunt? Tijdens een bezoek aan het mooie gemeentehuis van Uithuizermeeden wordt besloten dat de studenten samen met de burgemeester de eerste paal voor de Eemshaven gaan slaan. Op 7 februari 1968, een dag voor de Statenvergadering, koersen de dispuutsleden met de trein, die zij de ‘Eemshavenexpres’ hebben gedoopt, naar Roodeschool. Op het stationnetje aldaar worden zij plechtig door het gemeentebestuur ontvangen. Voorafgegaan door de Eemskapel (door ons, studenten meteen als ‘Eemshavenkapel‘ betiteld) en met de burgemeester in slipjas en met hoge hoed trekken zij onder het dragen van een groot aantal spandoeken (waaronder ‘Het Noorden moet ook vooruit’ en ‘Noorden, zonder cent, NIET uit isolement’) door het dorp. Van daaruit gaat het op een platte landbouwwagen via Oudeschip naar de Emmapolder. Een vijftigtal auto’s met de muzikanten en andere bewoners uit de omgeving sluit zich aan. Bij de dijk aangekomen staat een heuse hei-installatie van de firma Lommerts uit Delfzijl klaar die, na een felicitatie en een dankwoord van de burgemeester aan het adres van het dispuut, een betonnen paal in de drassige polderbodem drijft. Tijdens het gemeenschappelijk zingen van het Wilhelmus worden op de dijk door in klederdracht gestoken echtparen de vlaggen van de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en van Uithuizermeeden gehesen. Eén van de dispuutsleden hijst de Nederlandse driekleur. Als de betonpaal ver genoeg in de grond zit wordt met een flesje bier of een bekertje Beerenburg in de hand het Grunnens laid uit volle borst gezongen. En dit is nog niet genoeg: de dispuutsleden hebben ook een eigen ‘eerste paal’, één van hout met het opschrift ‘Dies Ichnathon 7 februari 1968’ meegenomen. Deze paal, met daar bovenop een flesje bier, wordt buitendijks, de eigenlijke plek voor de nieuwe haven!, in de striemende regen maar onder luide aanmoedigingen van de nog aanwezige studenten en een paar (foto)journalisten met enkele rake klappen door burgemeester Drost in de grond geslagen. Na een meer op een douchebeurt lijkend radio-interview met de RONO verdwijnen de dispuutsleden, doornat en tot op het bot verkleumd maar tevreden, naar een café in Roodeschool. Daar laten zij zich de combinatie van pils, Beerenburg en boerenkool prima smaken. De festiviteiten eindigen met een wedstrijd buksschieten tegen de plaatselijke schietvereniging. De uitslag? Na afloop weet niemand die. Teveel drank?
Personentrein
In ieder geval besluiten Provinciale Staten van Groningen de volgende dag de aanleg van de Eemshaven financieel mogelijk te maken. Die haven is er uiteindelijk gekomen. En hoe! Jammer genoeg maakt burgemeester Drost dit niet mee. Na een vroegtijdige pensionering vanwege ziekte overlijdt hij in 1974.
Terwijl ik dit verhaal schrijf hoor ik op de radio het nieuws dat vanmorgen de eerste personentrein naar de Eemshaven is gereden. In gedachten zie ik Arend Drost met een gelukzalig gezicht in de eerste coupé zitten.
Assen, juni 2018
Reinder van der Molen,
Bronnen o.m.:
www.amateurfilmplatform.nl/Heien- eerste- paal -Eemshaven
Nieuwsblad van het Noorden 1 en 8 februari 1968
Dagblad Trouw 9 februari 1968
Meij 650, hoofdstuk ‘Eemshaven: van idee tot werkelijkheid’, Dick Woltjer en Chris Bakker, 2004
Dagblad van het Noorden 18 april 2008 en 12 februari 2018