Klaagzang over IXNAΘON (J. Oosterhuis)

Am. Oosterhuis begint met het doel van IXNAΘON na te gaan, dit was volgens hem intensivering van het VERA-leven. De Christelijkheid van het dispuut lijkt welhaast schijn te zijn; het bidden en danken een formaliteit. Hij beveelt dan ook een stil gebed aan.

Verder is het practisch dispuutsleven bedroevend, de leden hangen als los zand aan elkaar. Er is veel te weinig enthousiasme. Ook de lezingen ontkomen niet aan de critiek van am. Oosterhuis, ze zijn veel te specialistisch en lang niet genoeg op de practijk van het leven ingesteld. De slotconclusie is: we missen als dispuut een ideaal, waarnaar we streven; het is zelfs zover gekomen, dat we gaan vragen: waarom bestaat IXNAΘON eigenlijk?

Bespreking:
Am. Wielinga brengt naar voren dat een dispuut moet zijn óf louter gezelligheid óf louter ernst.
Am. v.d. Zee komt hier tegenop: vorming is belangrijker dan gezelligheid.
Am. Koster vraagt zich af, of er niet te weinig vergaderingen worden gehouden.
Volgens am. Oosterhuis zijn velen binnen VERA zeker van hun geloof, maar deze vinden het blijkbaar niet nodig anderen van die zekerheid te laten merken. Telkens wordt de vraag weer gesteld: Waarom VERA-lid? Ook over het bidden in dispuutsvergaderingen wordt verschillend gedacht.
Am. de Vries merkt hierover op dat wij in IXNAΘON als gemeenschap samen komen en zeer zeker als gemeenschap mogen, ja zelfs moeten bidden.
Gebrek aan activiteit poogt men ook wel te verklaren door tijd- en geldgebrek. Iedereen probeert zo snel mogelijk af te studeren.
Tot slot geeft am. de Vries zijn mening over het geheel van het deze avond besprokene en bepaalt onze aandacht bij Romeinen 7. Steeds moeten wij onze verhouding tegenover God bepalen. Hij staat uitvoerig stil bij het doel van IXNAΘON en ons gebed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *