Liebe in Mai (G. v.d. Zee)

Het is nu tijd voor een luchtig wijsje, na alle zwaarwichtigheid. Enige algemene notities over  de “Liebe in Mai” dienen ter verduidelijking van het grondthema van de lezing, dat speelt binnen de interval van Liebeslust tot Liebesleid, van maieur tot mineur, van contactliefde tot liefde op lange afstand.
In serieschakeling gezet worden de attributen van de liefde op lange afstand. De franke en onbewimpelde contactliefde steekt hier fris bij af. Spreker adstrueert zijn ideeën aan de hand van de cyclus “Dichterliebe” van Heinrich Heine.
Hij gaat uiteindelijk over tot een gulle afrekening met de liefde op lange afstand, debet en creditposten in een gedicht uit eigen pen tesamen boekende. Hij concludeert tot onverbiddelijke en pakkende liefde van hart tot hart niet alleen, maar van mond tot mond, en besluit zijn lezing met de wens, dat de IXNAΘON-leden een vloed van ware liefdezeeën mogen proeven.

Bespreking:
De praeses is nauwelijks in staat zijn dankbaarheid jegens de lezingmaker vorm te geven, doet het toch maar.
Am. v.d. Helm meent, dat de liefde op afstand als overgangsfase in het liefdesproces zeker haar eigen waarde heeft.
Am. v.d. Zee: Worde de liefde afgestemd op de behoeften van deze tijd! Ziel tot Ziel  en Hart tot Hart en lippen op lippen! Deze nuchtere tijd heeft baat bij liefde in contact.
Am. v.d. Helm’s lectuur bevatte iets van een reizende Amerikaanse dame, sprekende op congressen en kransen in Europa. Volgens deze dame had de liefde op afstand haar tijd gehad, en zouden tonelen als de Sabijnse maagdenroof enigszins geciviliseerder een heropvoering verdienen.
De praeses geeft een toelichting op der liefde fijnstructuur. Zie de liefde op afstand als projectie van de contactliefde op groter vlak! Dimensievergroting is hiervan het gevolg, en het lijnenspel der liefde is dan beter te volgen.
Am. v.d. Zee trekt de praeses niet na in streepjesland. Hij erkent dat de wisselwerking van contactliefde en liefde op afstand dramatische spanningen kan oproepen, maar gunt die graag anderen. Zijn bedoeling was het slechts, een persoonlijke mening weer te geven, die misschien wel ergens weerklank zou vinden.
Am. Geudeke is heel overweldigd door de lezing. De motieven van zijn lang wegblijven van de vergadering vielen in hetzelfde vlak als waar am. v.d. Zee projecties op maakte. Hij geeft de vergadering een proeve van dichtkunst door Pieter de Gruyter ter beoordeling.
Am. v.d. Zee is hier buitengewoon verrukt over. De Gruyter’s zender is op zijn ontvanger afgestemd.
De praeses vindt am. v.d. Zee’s opmerking onbevredigend en geeft hier aldus uiting aan: Wel de Gruyter, maar geen 10%.
Am. Knol legt de vergadering de uitvloeisels van de liefde in de natuur voor: “In Mei, dan leggen alle vogeltjes een ei” enz.
Am. v.d. Zee: Een ieder zij vrij in eigen mening. Alle heilige huisjes en alle nestkastjes moeten we beschermen! Wat koekoek, grutto en dergelijke uitkuren in Mei boezemt hem weinig belang in.
De praeses merkt op: Dat woord ‘Griet’ maakt een sentiment los in ons hart. De naamgeving van dit dier sluit aan op de schakeling in contactliefde en liefde op afstand. We moeten open staan voor gesprek! Dieper moet worden ingegaan op de “Liebe in Mai”. Mijnheer Bas’ mening hierover heeft een tolk in am. Geudeke’s weergave van een zijner poëmen. Mijnheer Bas is het eens met de contactliefde.
De praeses dankt am. v.d. Zee voor het gebodene. Hij weet zich verrijkt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *