Spreker laat zien hoe in de loop der eeuwen de eenheid van de Christelijke Kerk steeds meer teloor is gegaan. Hierbij is ook steeds een streven geweest tot herstel van deze eenheid, helaas vaak met weinig resultaat. Als één van deze pogingen tot herstel van de door Christus bevolen eenheid ziet spreker de Wereldraad van Kerken. Het werk en het doel van de Wereldraad van Kerken wordt verder uiteen gezet. Am. Troelstra betreurt het dat nog vele Kerken menen zich van deze Wereldraad afzijdig te moeten houden.
Bespreking:
In de discussie blijkt dat am. Roosjen en met hem am. Melis weinig vertrouwen hebben in de Wereldraad van Kerken. De eenheid van de Christelijke Kerk zal hier op aarde toch niet worden bereikt.
Bovendien moeten we eerst proberen een gesprek te voeren met de Kerken in ons eigen land, en dan vooral met de Kerken die wat belijdenis betreft het dichtst bij ons staan.
Am. Roosjen is bovendien bang dat de toch vaak zeer fundamentele verschillen tussen de Kerken in de Wereldraad der Kerken zullen worden genivelleerd.
Am. Troelstra meent dat ook al is de eenheid menselijkerwijs gesproken hier op aarde nauwelijks te bereiken, men hier niettemin toch naar moet streven. Hij ziet het juist als erg belangrijk dat de Kerken uit heel verschillende landen met elkaar in contact komen, omdat men dan juist door dit contact de rijkdom van de Bijbel en het Geloof leert verstaan. Dat in de Wereldraad van Kerken de geschilpunten zouden worden gekleineerd is volgens hem niet waar.
Am. v.d. Velde tracht de standpunten wat dichter bij elkaar te brengen. Het gescheiden zijn van de Kerken vindt hij iets waar we ons zeker niet bij neer moeten leggen.
Nadat ook door verschillende andere amici nog opmerkingen zijn gemaakt, sluit de praeses de discussie.