Wat is zijn taak?
1e Studeren zonder meer is zich intens bezighouden met alles, wat hij tegenkomt, praktisch en theoretisch.
2e Hij is er om te getuigen van de Heer die de naam Christus droeg.
Getuigen: verklaring afleggen, getuigen van Christus en zijn visie hierop.
Student: is hij met studeren bezig?
Christen: is hij met Christus bezig?
Samengaand:
1e kritiek
2e plaats verwerven en bewijzen. Dit moet niet krampachtig gebeuren: de kreet “als je Christen bent moet je anti zijn” houdt in dat je niet meer bezig bent, maar behoort tot een clan. Aan de andere kant het bang zijn voor het verliezen van de eigen mening.
Conclusie: Je moet eerlijk zijn t.o.v. jezelf; je niet opsluiten in een christengemeenschap; alles onderzoeken met je kritische houding, maar ook met je Christen zijn.
Maatschappij: Niet zeggen dat je er buiten staat (niet als tegenstelling met de oudere generatie) maar proberen je er mee bezig te houden: student en Christen neemt daarbij een bijzondere plaats in.
Kritisch bezig zijn: Vanuit welke noties? Niet het aanhoren van allerlei meningen en kreten en daaruit je niet zeker voelen en van daaruit je houding bepalen. De confrontatie met de problemen binnen de universiteit is een unieke kans om je houding t.a.v. deze materie te bepalen.
Bespreking:
Am. Hemminga:
1) Is van mening niet in bepaalde visie op bepaalde zaken mee te gaan.
2) Je kennis kun je op verschillende manieren in de maatschappij toepassen.
Ds de Kruick: “Je moet met een bepaalde visie bezig zijn zonder het vasthouden aan de clan.” (anti- en/of pro-houding)
Am. de Vries ontdekt een inconsequentie, nl. gerechtigheid-ongerechtigheid; dus toch bepaalde visie vasthouden.
Ds de Kruick: “Iedereen gaat te werk met een bepaalde achtergrond.”
Am. Hemminga is van mening dat je alle achtergronden gewoon moet loslaten om je te verdiepen in bepaalde zaken die in strijd zijn met je eigen achtergrond.
Am. Holen: “Je kunt geen wetenschap bedrijven met bepaalde eigen achtergronden.”
Ds de Kruick: “De methode van je toepassing is belangrijk.
De discussie verdiept zich verder in Revolutie, Rassendiscriminatie, Nato, Begroting en Zending.