Allereerst spreekt de praeses zijn waardering uit voor de activiteiten van het nu afgetreden bestuur, waaraan het dispuut veel te danken heeft.
Hij wijst op de toenemende betekenis van het dispuut in het kader van de problemen, die het groter worden van VERA met zich meebrengen. Praeses wenst een actiever dispuutsleven, hetgeen niet alleen van belang is voor het dispuut, doch ook voor VERA als geheel: een actieve dispuutsgemeenschap kan de VERA-gemeenschap stimuleren. Verder moeten we alle leden van het dispuut pogen te binden.
Praeses acht bovengenoemde doeleinden het best te realiseren door de traditionele gang van dispuutszaken te doorbreken. Het bestuur is daarom van plan twee vergaderingen per maand te laten houden; de ene van huishoudelijke en formele aard, de andere met een openbaar en informeel karakter. Ook zal het dispuutsleven in toenemende mate in een sfeer van gezelligheid moeten worden getrokken: praeses wijst in dit verband op een stamkroeg en meer dan één dispuutsweekend per jaar.
Het absentieprobleem zal in eerste instantie door het dispuutsnovitiaat moeten worden aangepakt en wel door de eerstejaars op actieve wijze te ontvangen en aan de dispuutsgemeenschap te binden.
Voorts denkt het bestuur aan een lezingencyclus, d.w.z. een aantal lezingen, die een bepaalde problematiek van verschillende zijden benaderen.
Zodra de oude paden niet meer voldoen aan de eisen, die de werkelijkheid stelt, zullen wij deze moeten verlaten, en nieuwe wegen bewandelen.