Dit stuk werd als discussiestuk in ICHNATHONAAL geplaatst ten behoeve van de viside op 22 maart 1967 bij am. P.J. Holen thuis.
Eigenlijk had ik dit begrip eerst willen benaderen vanuit de filosofie. Vooral in de existentiefilosofie zijn hierover interessante dingen te vinden. Ik kan het nu niet, maar voor de liefhebbers ligt hier een te exploreren gebied. Ik hoor er nog van, hoop ik!
Toch moeten we ergens beginnen: Er is verantwoordelijkheid, omdat voor ieder mens het bestaan is een “zijn met de dingen”, een dialoog. Dit is een uitspraak van Kafka, maar er zijn ongetwijfeld veel meer illustere figuren, die iets in die richting hebben beweerd.
We zijn lid van een vereniging, die vorming wil geven tot Christen-academicus. Laten we eens oppervlakkig nagaan, wat voor deze voor het gemak gescheiden begrippen “verantwoordelijkheid” inhoudt.
Laten we dan maar beginnen met dat “Christen”.
De christen zal aan dit verantwoordelijk-zijn een diepe betekenis kunnen geven, omdat hij zich noemt naar Christus, die toch op een heel speciale manier de verantwoordelijkheid voor elkaar gestalte heeft gegeven. Hij noemt zich dan ook gezonden van de God zonder naam, die men echter zou kunnen noemen ICH BIN DA, in het Nederlands ook vertaald met “Ik ben met U”.
Een groep mensen, die zich naar deze Christus noemt, samen Kerk genaamd, neemt een grote verantwoordelijkheid op zich. Dat we deze verantwoordelijkheid niet aan kunnen blijkt wel uit een kreet van G.K. van ’t Reve:
Gij, die Koning zijt, dit en dat, wat niet al, ja ja, kom er eens om
Gij weet waarom het is, ik niet
Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?
Je zou net zo goed Vietnam kunnen noemen, maar dat doet iedereen al. Het bovenstaande is een ernstige aanklacht tegen het Christendom, want
Men kan van middelbare leeftijd zijn
en de nodige mislukkingen
hebben geregistreerd
men kan glimlachen om idealen
de pest hebben aan het pathos
en toch blijft het nodig
het blijft godverdomme nodig.
waakzaam te zijn
en vroom
het koninkrijk gods is binnen ulieden
en het is bovendien
een kwestie van hygiëne (a. marja)
Zie bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheid van de Kerk en de manier, waarop die nu tot uitdrukking zou moeten komen: “De Stad van de Mens” van Harvey Cox, vooral de pagina’s 121 tot 267. Daarnaast is ook het eerste deel van D. Bonhoeffer’s “Navolging” aan te raden.
Dan moeten we het hebben over de academicus. Er is een theorie van Karl Mannheim, die zegt, dat voor de ontwikkeling van de maatschappij verantwoordelijk is de “freischwebende Intelligenz”. Maar als een deel wordt betaald door de C.I.A. dan blijft van dat freischwebende weinig over. Karl Mannheim gaat uit van een planuitvoerende elite. Deze planning is nodig, omdat er in een zich ontwikkelende maatschappij een steeds voortgaande verstrengeling van groepen is. Planning is dan nodig om botsingen en wrijvingen van deze vaak zo verschillende groepen zo veel mogelijk te voorkomen en zo naar nieuwe geïntegreerde eenheden te laten groeien. Zie hierover bijvoorbeeld uit de VERA-brochure bij de lezingencyclus over Democratisering: “De rol der elite”(blz. 16) en “De welvaaartsstaat”(blz. 30).
In een maatschappij is een “dynamisch evenwicht”, dat wil zeggen, er is een zekere orde door algemeen aanvaarde normen en waarden. De moderne maatschappij verandert hoofdzakelijk door technologische ontwikkeling. Daarop en daaruit moet een ontwikkeling van de geestelijke waarden volgen. Ook hiervoor moet de “freischwebende Intelligenz” zorgen. Gebeurt dit niet, dan ontstaat een “cultural lag” ofwel een kloof tussen de techniek en de normen en waarden. Op vele gebieden is er sprake van zo’n cultural lag. Als voorbeelden kan men noemen (a) de huidige oorlogvoering (A-bom) en (b) de steeds kortere werktijden naast de onmacht van vele mensen om de hierdoor ontstane vrije tijd zinvol te besteden.
Er zijn in principe twee mogelijkheden.
1. De aanpassing moet beter.
2. De ontwikkeling van de techniek moet langzamer en wachten tot de mensen geestelijk rijp zijn voor het gebruik van de technische mogelijkheden.
Dit laatste is vrijwel ondenkbaar, dus blijft het eerste over, maar of dat wel te verwezenlijken is?
Hieruit dacht ik de schizofrenie te verklaren, waarin de fysici, maar zij niet alleen, leven. Zie bijvoorbeeld het toneelstuk van H.J. Kipphardt “De zaak Robert J. Oppenheimer” of Berthold Brecht’s “Leben des Galilei”.
Als wetenschapsmannen, geïntimideerd door zelfzuchtige machthebbers zich er mee tevreden stellen kennis te vergaren met geen ander doel dan die kennis zelf, dan loopt de wetenschap gevaar scheef te groeien.
“De kloof tussen jullie en de mensen kan op een dag zo groot worden, dat jullie jubelkreet over een nieuwe ontdekking beantwoord zou kunnen worden met een kreet van algemene ontzetting.”
Dit laatste was vooral bedoeld voor de fysici onder ons, maar ook de economen zitten met enorme problemen: de rijke landen worden steeds rijker en de arme steeds armer, bijvoorbeeld doordat die rijke landen op die producten, die de ontwikkelingslanden goedkoop kunnen leveren zó hoge heffingen leggen, dat er toch weer niets te verdienen valt. (Bovendien is dit heffen van invoerrechten uit het oogpunt van internationale arbeidsverdeling bijzonder dom.)
Ik ben aan bijzonder veel dingen zonder meer voorbij gegaan. Bij verantwoordelijkheid hoort bijvoorbeeld macht en gezag, maar deze en andere dingen komen hopelijk in de discussie naar voren. Misschien is het wel prettig om vóór 22 maart het liefst mondeling maar ook schriftelijk waar nodig op- of aanmerkingen te maken, zodat we weten welke kant de discussie zal opgaan.