Am. Smit houdt een lezing over de vrijheid, een onderwerp dat in overleg met het bestuur gekozen is in verband met de twee vorige lezingen. Vooral de vrijheid van de mens in spreken en handelen t.o.v. zijn medemens in de samenleving werd besproken.
Volgens dr van Hoesel’s “Zindelijk Denken” moet een mens zijn medemens vrij laten in het hebben van een andere overtuiging, maar dan wel steeds de betere mening daar tegenover stellen. Moet nu ook een gemeenschap optreden tegen iemand die een volgens haar verkeerd idee propageert? Een kerk beschermt haar leden tegen verkeerde invloeden van buiten b.v. index, biecht en oproep tot bezinning. De leden hebben echter de vrijheid zich van de kerk los te maken.
Bespreking:
Am. Jonkhoff had liever als titel “Christelijke vrijheid” gezien.
Am. Smit wilde de zaak meer algemeen stellen en alleen aan het slot de Christelijke versie geven.
Am. Melis vindt de hele redenering wel humanistisch.
Volgens am. Smit neutraliseert het slot dit weer.
Am. Melis meent dat er maar één vrijheid nl. de Christelijke vrijheid bestaat. Hij merkt tevens op dat in de V.N. óók veel langs elkaar gepraat wordt over de rechten van de mens.
Am. Smit heeft enkele stukken van de U.N.O. bij zich en leest hier wat uit voor.
1 Het Russische standpunt t.a.v. de persoonlijke vrijheid is dat deze in handen van het volk moet zijn. De vertegenwoordiging hiervan, de volksregering kan dus allerlei vrijheden niet toestaan (meningsuiting, geloof, enz.), tenminste als dit in het voordeel is van het volk.
2 Volgens Amerika blijft er niets van de vrijheid over als de staat deze beheerst. Amerika is dus voor vrije meningsuiting echter binnen bepaalde grenzen; belediging b.v. wordt gestraft.
3 Het Engelse standpunt ligt hier tussen in: Vrijheid wil zeggen verantwoordelijkheid, waarbij de mens mondig moet worden verondersteld. De conclusie hier is: Vrijheid van inlichtingen in elk land. Straffen als blijkt dat men de verantwoordelijkheid niet aan kan (van meningsuiting b.v.), belediging, aanzetten tot moord. Het resultaat van deze bespreking in de U.N.O. is geweest: ‘De verklaring van de rechten van de mens.’ Hierin wordt absolute godsdienstvrijheid toegestaan, waaraan Amerika zichzelf ook echter niet geheel zal houden (mensenoffers, etc.) Bij vele artikelen zijn de Russische amendementen dan ook wel te billijken. Amerika is bang voor elke bemoeiing van de vrijheid ook al is het om andere vrijheden te garanderen.
Am. Krajenbrink wil hier de Christelijke vrijheid tegen over stellen.
Volgens am. Smit is deze pas te genieten als we de discipline van Gods woord aanvaard hebben.
Am. Krajenbrink wil weten in hoeverre men een eigen mening kan houden tegenover die van de kerk.
Volgens am. Smit mag men ook wel terdege buitenkerkelijke meningen overwegen. Men mag niet zeggen de enig juiste opvatting over Gods woord te hebben.
Am. Melis ziet bij een kerklid altijd een zekere vrijheidsbelemmering. Past hij niet meer in de kerk, dan moet hij er wel uitstappen.
De praeses meent dat men niet meer tot een individuele keuze komt. Men wordt van huis uit gewapend met een overtuiging welke men niet meer kan wegcijferen.
Na nog enig heen en weer gepraat teneinde tot een zo goed mogelijk idee te komen van vrijheid binnen de Christelijke kerk, maatschappij en huwelijk, dankt de praeses am. Smit.