109 (21 januari 1964) in het dispuutshuis
Praeses leest een gedeelte uit Lucas 18, gaat voor in gebed en wenst de aanwezigen een voorspoedig 1964.
De diescommissie meldt dat er ter gelegenheid van de 17e dies natalis een orgelconcert zal zijn op 30 januari om half acht in de Remonstrantse kerk aan de Coehoornsingel.
De gnomoloog beweert geen nieuwe spreuken te hebben, maar komt wel met de spreuk: “Niets is een vorm van het volmaakte”. Enkele leden willen de spreuk wijzigen in: “Niets is ook een vorm van het volmaakte”.
Praeses sluit de vergadering, gaat voor in gebed en eindigt met de heilwens IXNAΘON HOOG!
110 (31 januari 1964) Bij “Koos Kerstholt, 17e Dies Natalis
Praeses leest een gedeelte uit Colossenzen 2 en gaat voor in gebed.
Lezing door am. A. Keizer: “Beeldenstorm”
De gnomoloog laat weer van zich horen. Hij is tot de ontdekking gekomen dat de spreuken in dit jaar in het persoonlijke vlak getrokken zijn. Hij wil nu een algemene spreuk voorstellen: “Als wij onnosel kijkend HAAR in de armen lopen zien wij ons zelf.”
Hierop komt een aantal amendementen los. Het woord “onnosel” wekt veel onbegrip. Als tegenstelling geeft am. Smit het woord “nosel”.
Am. Dijksterhuis is nogal stug wat het handhaven van z’n amendement betreft. Hij wil toegevoegd zien “in HAAR”.
De vergadering besluit tot een compromis. Deze toevoeging zal op de volgende manier toegevoegd worden: tussen haartjes en met aanhalingstekens. Met grote meerderheid komt de vergadering tot opneming van de spreuk in deze vorm.
Commissie ter beheersing van de materie: Am. Smit wil eerst een dronk uitbrengen op de jarige prinses Beatrix. Dit verjaren brengt hem op verharen. Hij wijst op deze woordspeling die in het Fries bestaat, maar in het A.B.Nederlands verloren gaat. Hij verhaalt van een publiek feestredenaar, lid van de Oranjevereniging ergens in het heitelân, die het woord verjierre in de mond nam en dit z’n leven lang niet zal vergeten. Dit was dus behaarde materie. Tot slot vertelt am. Smit dat de escalope de veau, waarvan iedereen zo genoten heeft indertijd getroffen is door de IXNAΘON-banvloek.
Voorafgaande aan de bestuurswisseling houdt de praeses zijn jaarrede. Als het nieuwe bestuur (H.P. Goutbeek wordt praeses, am. G.W. Welling abactis en am. H. Huismans fiscus-assessor) is geïnstalleerd spreekt de praeses designatus zijn troonrede uit.
Aan het eind gaat de praeses voor in gebed en sluit de vergadering met de heilwens IXNAΘON HOOG!
111 (25 februari 1964) in het dispuutshuis
Praeses leest Marcus 4: 21-26 en gaat voor in gebed.
Namens de ON-commissie spreekt deze keer am. A. Keizer, die met behulp van een serie volzinnen en woorden als in ogenschouw nemen, onmogelijkheid niet uitsluiten, tot zijn spijt, mogelijkheid ON-zin wist te zeggen.
Am. Breimer wenst hiervan een resumé.
Am. Keizer: het een noch het ander is onmogelijk.
Aan het eind gaat de praeses voor in gebed en sluit de vergadering met de heilwens IXNAΘON HOOG!
112 (17 maart 1964) in het dispuutshuis.
Voor de integrale tekst klik hier.
Praeses leest Lucas 13: 22-30 en gaat voor in gebed.
Verkiezing afgevaardigde naar het Corpsparlement. Na vele stemmingen wordt uiteindelijk am. H. Huismans gekozen.
De gnomoloog heeft nog weinig gedaan en weet niet precies wat hij moet. Hij geeft vervolgens 2 spreuken ter overweging:
“Aan HAAR mos wordt niet getornd”
“Eigen HAAR is goud waard”
Am. te Velde zegt met een blik op de klok dat deze spreuk de moeite waard is om de volgende keer te worden besproken.
ON-commissie: am. te Velde: ON-nodig!
Aan het eind gaat de praeses voor in gebed en sluit de vergadering.
113 (26 mei 1964) in het dispuutshuis
De fiscus-assessor verontschuldigt de praeses, leest Lucas 13:22-30 en gaat voor in gebed. Dan komt am. Goutbeek binnen en verontschuldigt zich: hij was voor VERA op stap.
In de rondvraag wordt opeens over am. Goudvink gesproken, die ondergedoken lijkt te zijn. Het voorstel komt op am. Goudvink te royeren en het bestuur is het daarmee eens.
Verder is er een verzoek tot audiëntie bij HAAR ingediend. Ook tijdens de groentijd zal aandacht aan HAAR worden besteed.
Aan het eind gaat de praeses voor in gebed en sluit de vergadering.
114 (31 oktober en 1 november) in “de Borne” te Roden
Praeses leest Lucas 14: 12-20, gaat voor in gebed en groet de vergadering met de heilwens IXNAΘON HOOG!
Na voorlezen van de notulen voelt am. Krajenbrink wel voor een duet met de abactis. Am. v.d. Velde wil weten wat het verschil is tussen een duo en een duet. Am. Krajenbrink tracht het uit te leggen.
In dit installatieweekend worden diverse commissies gecreëerd, waaronder: de commissie ter bestudering van de verkleuring van de linker borstharen van am. Haan (am. Krajenbrink en am. v.d. Molen),
de eierraapcommissie (am. Hemminga en am. Lageveen),
de commissie ter bestudering van de blaascapaciteiten v.d. potentiële designate praesides van het dispuut (am. v.d. Werf en am. de Grooth)
de commissie ter zekerstelling van de verovering van de wisseltrofee [van de bierestafette] (am. v.d. Molen en am. Schreuder).
Verder de culturele commissie die de schouwburgagenda in de gaten moet houden (am. Oepkes en am. de Vries)
de Kipknijper (am. Huismans)
de duo-duet-chantage commissie, die een onderzoek moet instellen naar alle pogingen tot chantage binnen het dispuut. Am. v.d Werf komt met een orgeltje op de proppen.
Am. de Smidt: hoe chanteert men met een orgeltje?
Am. v.d. Werf: chantage en cantabele kunst wordt chantabele kunst: Bach. Am. de Smidt voelt zich dom.
Geïnstalleerd worden am. Venema en am. v.d Werf.
Die avond vindt op de oude Drentse hei in de mystieke entourage van het hunebed de installatie plaats van de amici:
Reinder v.d. Molen
Meindert Jan Hendrik de Grooth
Pieter Vos
Cornelis Tjebbe Oepkes
Gerrit Theodoor v.d. Werf
Arnoud Jan Venema
Roelof Lageveen
Oets Tjeerdsma
Freddy Adolf van Charante
Martin Harmen de Vries
Marcus Anton Hemminga
Klaas Schreuder
Jan Willem Jansen
Op zondag 1 november houdt am. van Charante een improvisatie over de Antillen. Hij denkt dat wij er niet veel van af weten. Hij belicht de geografische ligging, vegetatie, bevolking, regeringsvorm, etc. Een vraag of de eilanden zichzelf konden bedruipen werd door hem pijnlijk gevonden.
Am. de Grooth belichtte later nog op zeer technische en indringende wijze de elektrische ontsteking van de benzinemotor en am. Hemminga had nu al memoires aangaande de groentijd.
Aan het eind gaat de praeses voor in gebed en sluit de vergadering.
115 (15 december 1964) in het dispuutshuis
Praeses leest voor uit Genesis 4 vanwege de vele geboorten.
Reeds traditiegetrouw merkt am. Mulder op dat hij niet bevredigd is
De abactis verhaalt in de bestuursmededelingen over de concrete plannen t.a.v. een IXN-wapen, waarvan in de almanak een proeve zal verschijnen.
Lezing door am. G.J. Mulder over: “Kunst of Kundigheid“
Verslag weekendcommissie: am. Buikema zegt dat het weekend financieel uitstekend verlopen is; er is fl 10,- over.
Am. Smit: “het weekend was uitstekend. Wat stak er uit?”
Abactis: “de blote benen van enkele amici staken ergens uit.”
Am. Buikema: “de snavel van de kip stak er boven uit.”
Am. Mulder: “am. Smit begrijpt het niet; hij begrijpt het verkeerd, zijn accent was niet goed.”
Am. Smit wil verlost worden.
Am. Buikema wil dit wel doen. “De geraamde kosten staken uit boven de feitelijke kosten.”
Commissie ter beheersing van de materie: Am. Smit onderzoekt wonderen, wonderen zullen ontkend worden. Hij zag de zaak overhoop. “Tegen hoop op hoop hebben wij de zaak aangevat. Het was een hard gevecht, het water stond ons hoog tegen de lippen; wij schreeuwden “freule sta ons bij en stimuleer ons streven”. Om ons heen merken wij dat de tijd gedood wordt. Dat is fout. Wij hebben geen tijd, er kan dus geen tijd gedood worden. U ziet het, ik beheers het op een geweldige manier, want het is mijn eigen materie niet. Wij zouden deze materie op ons hoofd kunnen leggen. We moeten structuur brengen in dit brok materie. Kunst vergt een grote kundigheid, dus het gaat samen. Wij zijn mensen ‘ohne Alternative’ “. Hij is blij, door het duidelijk meeleven van de IXN-vergadering.
Am. Mulder: “hij heeft blijk gegeven, dat hij nog niets weet van kunst of kundigheden. Antimaterie is er ook.”
Am. Smit: “er is geen antimaterie zonder materie; er is maar weinig antimaterie.”
Am. Mulder: “dit is niet waar; neg + pos = 0.”
Am. Smit: “dat is genul.”
Am. Mulder: “dat is gelul.”
Am. Senneker: “hij is maar een chemicus.”
Am. Smit: “wij als fysici praten overal over.
Am. Mulder: “wij kennen de processen die plaats vinden in de grijze cellen. Zijn gedachte is duidelijk het gevolg van een chemische reactie.”
Na de rondvraag sluit praeses de vergadering.