’t Memorandum is te danken aan ’t VERA-bestuur, aldus am. Roosjen. Hij neemt hierna de punten welke ’t memorandum bevat stuk voor stuk onder de loupe.
1. Sociëteitsactie.
Hier merkt de spreker op, dat de reünisten ongerust zijn over de gevoerde propaganda.
2. Sprekersbeleid.
Het vragen aan diverse personen om een lezing te houden voor VERA heeft altijd de aandacht. Het is volgens de spreker een toetssteen voor het beleid van het bestuur.
3. Streven van VERA om uit de unie te trekken.
Het idee is stokoud, aldus de spreker. Daarna ging hij er toe over om enkele stukken voor te lezen uit het rapport van een commissie v.d. unie.
4. Bezoek aan de sociëteit.
Het bezoek van reünisten op hoogtijdagen laat veel te wensen over. Zijn het de protesten tegen de te houden lezingen? De ouderejaars en de reünisten voelen zich minder tot de sociëteit getrokken, omdat ze weten dat ze weinig jaargenoten zullen ontmoeten, aldus de spreker.
Bespreking:
De praeses merkt op, dat indien men reeds een levenshouding heeft, een lezing van wie het ook zij, ons niet van ons standpunt kan afbrengen.
De vereniging moet voor de vorming zorgen, aldus am. Roosjen. Wat gerichte vorming aangaat: daaraan wordt niet veel gedaan. Het bestuur moet altijd kleur bekennen wat betreft het beleid. Dit geeft een duidelijke probleemstelling.
Ditzelfde geldt ook voor een vereniging, naar de mening van am. Roosjen.
Am. Troelstra vraagt zich af wat het doel van VERA is.
Am. Roosjen merkt op, dat het doel nader wordt omschreven in art. 3 der statuten van VERA.
De praeses vraagt, wat er aan de huidige vorm mankeert.
Am. Roosjen zou b.v. graag vakdisputen in VERA willen hebben.
Am. Troelstra zou graag in VERA een eigen stijl willen zien. We moeten ons weten aan te passen en naast de mensen staan om ’t Christendom uit te dragen, aldus am. Troelstra.
Am. Krajenbrink merkt op dat am. Troelstra hier een cardinale fout maakt. VERA is een bepaald facet van ons leven, een bepaalde uiting in ons Christen zijn.
Am. Roosjen stelt het verenigingsleven centraal en dan primair op de voorgrond het gezelligheidskarakter. We hebben hier te maken met een vereniging en geen kerkgenootschap.