Wat in onze tijd ‘Het geheim’ werd genoemd is een kroniek van de oprichting van het dispuut Ichnathon, waaruit blijkt dat de diepe drijfveer van het dispuut de verschijning van Ichnaton zelf is.
In het praescriptum vraagt de kronikeur zich af waarin het geheim schuilt van het glorieuze, stormachtige begin. Het dispuut werd opgericht door ‘vroedmeesters en voedsterheren’, klaarblijkelijk ouderejaars uit andere disputen. Maar ze werden al gauw buiten de deur gezet, ‘uitgestoten en vertreden als de schalen van een ei door het kieken’. Wie was dan die doodgewone kip: was het een wonderkip, de kip met de gouden eieren, de uil van Athene of de vogel Phoenix?[1]
Het jonge dispuut werd beschimpt ‘in de (muffe) regionen van VERA in die dagen’, maar ook vanuit ‘de beide andere disputen’ die in die tijd waren opgericht. In een mysterieus gebeuren, dat de kroniekschrijver een ‘orfisch mysterie’ noemt ontstaat de naam Ichnaton, want zoals de N.V.[2] heeft beseft: de naam drukt het wezen uit, het wezen is een mysterie en het mysterie is een zaak van ingewijden.
Ichnaton verschijnt zelf als een Griekse god, tijdens een weekend ‘als één van ons’: ‘mijn alter ego zijt gij’, zegt hij. Die verschijning voltrekt zich in een sfeer van roken en drinken (de lege oude fles is bewaard gebleven) en ook hij heeft een zwak voor Havank. Hij was op weg met een van zijn zonneschepen[3] verdwaald, had nog even gestoeid met een achternichtje van Venus en liep toen bij het dispuut binnen, dat hem van kleren voorzag, want een Griekse god loopt immers ongekleed rond. Iedereen zet op het propere hemd dat hij nu draagt zijn handtekening, niet met bloed maar met een rood potlood, omdat het schrijven op de gordel van smaragd[4] die hij droeg niet goed lukte.
Er zijn meerdere verschijningen gevolgd die het diepere wezen met ons betere ik samenklonken: dat maakt de geest van Ichnaton uit. In het naschrift wordt zo’n ontmoeting beschreven, waar de kronikeur echter zelf niet bij aanwezig is geweest. Opnieuw worden de namen op de lijfrok van Ichnaton gezet, die nu in het bezit blijft van het dispuut.
De kroniekschrijver sluit af met het motto “Unser Auge ist Sonnenhaft sonst sähe es die Sonne nicht”.[5]
De kroniek verwijst naar de Griekse mythologie, de uil van Athene, de vogel Phoenix, naar allerlei Griekse mysteriën, naar Dionysos en Apollo, en in die sfeer past ook het motto, dat toeschreven wordt aan de neoplatoonse filosoof Plotinus (203-270). En dat de kronikeur de ‘geboorte’ van het dispuut en de verschijning van Ichnaton als een mystiek gebeuren ziet blijkt uit de vergelijking met de orfische mysterien, uit het woorden als ‘een zevenmaal omsluierd geheim’, en ‘chiffre’.[6]
De kroniek verwijst naar eigentijdse filosofen, Sartre, Heidegger worden genoemd. Het ‘Élan créatrice’ verwijst naar de filosoof Bergson.[7] ’Primum vivere deinde philosophari’ wordt volgens Wikipedia toegeschreven aan Thomas Hobbes (1588-1679), maar is waarschijnlijk veel ouder, het zou van Aristoteles afkomstig kunnen zijn. De kroniek citeert tal van dichters en schrijvers. Misschien is dat tekenen met eigen bloed ontleend aan de verhalen van Karl May. Het motto is aan Goethe ontleend, we horen ‘What is in a name’ van Shakespeare, het gedicht Phoenix van Marsman, en ik meen in de eerste regel van de kroniek, ‘Jawel, een voorspoedige geboorte was het zeker’ een reminiscentie aan de regel ‘Wij waren getuigen van een geboorte, zeker, …’ van Eliott in de vertaling van Nijhoff te lezen.[8] Er zijn vast meerdere ontleningen aan schrijvers en dichters: glorieus en stormachtig misschien, penible, enfin ridicule, en nog andere: thuisbrengen kan ik ze niet.
In dit proza dat gebukt gaat onder de vele, zeer vele verwijzingen naar de westerse geestesgeschiedenis en blijk geeft van een gevoel van superioriteit – boven de andere disputen, boven (het ‘muffe’) VERA, boven het filisterdom[9] -, worden de dispuutsleden getekend: ze roken, ze drinken, ze lezen Havank[10] en dromen van ‘het achternichtje van Venus’.
Je zou deze ‘kroniek’ de titel kunnen geven: ‘Wat was het geheim van Ichnathon?’. Het antwoord is dat de dispuutsleden elkaar vinden bij drank en rookgerei, en hun klassieken kennen: daaraan ontlenen ze hun identiteit. En die klassieken zijn nogal erg gericht op wat wij nu geesteswetenschappen noemen, zeker niet op de exacte, de bèta-wetenschappen. In het geheim ontbreekt, anders dan in de lezingen iedere verwijzing naar het christendom, iedere verwijzing naar de realiteit van studeren waarover we in de ON wel lezen. De kroniek toont inderdaad een geheime achterkant van het studentenleven, de hang naar de verborgen, mystieke kant van het leven.
De kroniek is ondertekend door am. W.J.Mulder en gedateerd 14 december 1954.[11] Dat is na de 42e vergadering op 27 en 28 november in de “Veenhorst” in Midlaren. Daar zou am. Van der Zee spreken over “7 jaren IXNAΘON”, zoals aangekondigd. Wegens een zevendaagse kiespijn had hij niet voldoende tijd ter voorbereiding. Hij geeft nu een lezing over de moderne dichtkunst aan de hand van een bloemlezing samengesteld door Paul Rodenko.[12]
Tijdens die bijeenkomst wil de praeses een jascommissie instellen om nasporingen te verrichten naar de jas waarin vroeger de eerstejaars hun naam schreven en zo de jas niet teruggevonden wordt, tot aanschaf van een andere jas over te gaan. Dat maakt het toch waarschijnlijk dat (misschien een eerste versie van) het geheim op die vergadering voorgelezen is. Als am. Van der Zee, die Nederlands studeerde, dan op 17 maart 1955 wel spreekt over “8 jaren IXNAΘON” memoreert hij dat ‘een geest van défaitisme rondwaart, niet alleen in IXNAΘON, maar ook binnen de andere disputen’. Spreker roert verder het mysterie van de verdwenen dispuutsjas aan. Ook vermeld wordt in de ON van die vergadering dat die eerstejaarsleden stemgerechtigd zijn die het Dispuutsgeheim hebben gehoord op ’t Dies-diner.
De vraag rijst: wanneer is het geheim geschreven: in 1954? Dan geeft het dus niet de stand van zaken anno 1947 weer maar ‘de muffe sfeer’ uit 1954. Het is het jaar na de grondslagdiscussies uit 1953 waarin VERA een eigen inhoud geeft aan de Moderamenverklaring van de SSR: VERA acht zich “verbonden met” in plaats van “gebonden aan” de grondslag. In 1954 krijgt VERA een eigen wapen en een eigen vaandel.[13] Het lijkt dus niet onwaarschijnlijk dat het geheim in die tijd geschreven is in een tijd na de grondslagdiscussies waarin VERA aan zelfbewustzijn had gewonnen. Het lijkt me ook te passen in de opbloei van Nederland naar de zestiger jaren, al moet ik daar nog eens over lezen.
Dan zou het geheim de opmaat zijn tot de tijd waarvan wij, in de tweede helft van de zestiger jaren de afloop hebben meegemaakt.
09 XI 2018 gvdw
voetnoten:
[1] Even verder op zal de kroniekschrijver het gedicht Phoenix van de dichter Marsman citeren:
Vlam in mij, laai weer op;
hart in mij, heb geduld,
verdubbel het vertrouwen –
vogel in mij, laat zich opnieuw ontvouwen
de vleugelen, de nu nog moede en grauwe;
o, wiek nu op uit de verbrande takken
en laat den moed en uwe vaart niet zakken;
het nest is goed, maar het heelal is ruimer.
[2] Maar waar staat die afkorting N.V. voor? Bedoelt de kronikeur een Naamloze Vennootschap?
[3] De bevrijde en wedergeboren ziel kon mee varen met Re, die in zijn Nijlbark dagelijks de zonnebaan bevoer en ‘s nachts zijn baan vervolgde door de onderwereld om er nieuwe krachten op te doen. In de Grote piramide zijn vijf bootnissen gevonden. De boten waren bestemd voor Cheops wanneer hij zou terugkeren naar zijn lichaam. Een van de boten zoals in het zand gevonden, een zonneschip, is te bezichtigen in het zonneschip-museum.
[4] Dat is merkwaardig: verwijst de gordel van smaragd niet ook naar ‘ons’ Indië!
[5] Wär nicht das Auge sonnenhaft,/ die Sonne könnt es nie erblicken./ Läg nicht in uns des Gottes eigne Kraft, wie könnt uns Göttliches entzücken? Zahme Xenien III (1796) Deze uitspraak hangt samen met de opvattingen die Goethe had over het zien van kleuren, dat hij als een psychologisch fenomeen benadert, niet als een natuurkundig verschijnsel.
[6] Chiffre https://www.encyclo.nl/begrip/chiffre 8 XI 2018
Let op: Spelling van 1858 Fr., het cijfer; geheim schrift, geheim schrijfteeken. Chiffreur, een cijferaar, geheim schriftmaker. Chiffreren, met (afgesproken) geheime schriftteekens aanduiden, of voorzien. Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Een chiffre is een ambtsteken van een hofdame. Waar kamerheren op hun ambtskostuum een vergulde sleutel dragen als teken van hun waardigheid draagt de hofdame een initiaal (Frans: “chiffre”) aan een lint op de schouder. De gewoonte stamt uit de 18e eeuw en is nauw verwant aan de damesorden. Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Chiffre
[7] L’Évolution créatrice (De scheppende evolutie) is een boek van de Franse filosoof Henri Bergson dat in 1907 werd gepubliceerd. De theorie die hij hierin voorstelt biedt een alternatieve verklaring voor Darwins mechanisme van evolutie. Bergson aanvaardt het idee van evolutie, maar verwijt deze theorie een gebrek aan begrip voor wat het leven wezenlijk inhoudt. De natuur, en zo ook de mensheid, wordt volgens hem voortgestuwd door een vitale impuls, die niets mechanisch heeft. Een ander onderscheid dat hij maakt is dat de ‘meetbare’ tijd van de natuurwetenschappen – dus de wiskundige, objectief meetbare “kloktijd” niet overeenkomt met de echte tijd, la durée, de ervaren tijd. Het boek was zeer populair in de eerste decennia van de twintigste eeuw.
[8] De reis van de drie koningen.
[9] Staat er echt filistijns? Niet filisterij of filisterijns? Want een filister is een bekrompen burgerman.
[10] Havank in Wikipedia: Havank citeerde in zijn boeken regelmatig uit de Bijbel, maar was ook zeer belezen in de Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse literatuur, waarvan de invloeden door zijn hele werk heen zichtbaar blijven. Volgens zijn biograaf J.P.M. Passage was hij “als kind van zijn tijd en van de gymnasiale cultuur in de jaren twintig en dertig (…) een traditioneel auteur in de beste zin van het woord: zijn werk weerspiegelt de West-Europese beschaving en het tijdloze belang ervan, zoals de ontwikkelde individualist in zijn milieu dat zag.”
[11 Dat betekent dat Jaap Smit er bij moet zijn geweest? En wie is amice Mulder? Am Mulder noemt zich lid van cie van bijstand: is daar iets van te vinden in de ON? Ook in het post scriptum verwijst hij naar te boekstelling.
[12] Paul Rodenko. Nieuwe griffels, schone leien. Van Gorter tot Lucebert, van Gezelle tot Hugo Claus; de poëzie der avant-garde. De eerste druk verschijnt in 1954.
[13 Anders dan in het Ichnathonlied is er in het geheim wel sprake van VERA, niet van het CSRG dat verwijst naar SSR.