28 (14 maart 1952) 1e lustrum, bij Koos Kerstholt
Wegens afwezigheid van de praeses opent de fiscus-assessor en leest 1 Corinthiërs 12:1-13, waarna een zegen wordt gevraagd over deze avond.
Reünist H. Niemeijer houdt een lezing over “De massamens”
Bestuurswisseling; de afwezigheid van de praeses, am. Oosterhuis blijkt voor de loco-praeses geen beletsel te zijn de praeses-functie aan am. E.v.d. Velde toe te vertrouwen.
Am. Gerrit v.d. Belt wordt als lid geïnstalleerd.
De praeses sluit deze eerste lustrumvergadering met het bidden van het Onze Vader na het lezen van gedeelten uit Mattheüs 6.
29 (31 maart 1952) ter Vera-sociëteit, integrale tekst hier.
Praeses opent, leest Jesaja 43:19-21 en gaat voor in gebed.
Er ontstaat een discussie over het verval van het studentenleven, dat als luxe wordt beschouwd. Studie en gezelligheid lijken onverenigbaar. Enkel levend geloof in Christus kan tot oplossing leiden.
Am. Bob v.d. Velde wordt geïnstalleerd als lid.
Naar aanleiding van de notulen ontstaat een lange discussie over de juistheid er van.
Praeses sluit met gebed en daarna formeel met een kwinkslag.
(Het formele van de kwinkslag is tekenend voor de zeer bijzondere geaardheid van de 29ste IXNAΘON-vergadering. Deze treedt aan de dag in de diepzinnige wijsgerige formuleringen betreffende het paema)
Voor de integrale tekst van deze vergadering inclusief bovengenoemde discussie) klik hier
30 (6 mei 1952) ter Vera-sociëteit
Praeses leest gedeelte uit Hebreeën 12, gaat voor in gebed en heet de 4 aanwezige leden welkom. Later druppelen nog wat amici binnen.
Am. J. Poelman spreekt over “Socialisme”.
Praeses sluit met gebed en een kwinkslag.
31 (30 mei 1952) ter Vera-sociëteit
Praeses opent, leest Psalm 93 en gaat voor in gebed
Installatie am. Duvekot (later lid van Tuduca geworden?)
Lezing door am. G. v.d Zee over “Liebe in Mai”.
Praeses sluit met lezen van een gedeelte uit Jesaja 12.
32 (16 oktober 1952) ter Vera-sociëteit
Praeses opent en leest 1 Timotheüs 6:11-16
Lezing door am. Wiepkema over “De sociale status van de student”
1e rondvraag:
Am. Wiepkema heeft gehoord, dat een bepaalde amica tot het dispuut wenst te worden toegelaten. Wat is de conditie?
Am. Oosterhuis voelt veel voor een keuringscommissie. Wie is die amica?
Am. Wiepkema: Amica Stuart!
De praeses is hier niet bepaald op tegen.
Am. Oosterhuis decreteert: am. Knol, Duvekot en ik oordelen: gewogen en te zwaar bevonden. We doen dit als keuringscommissie in statu nascendi.
Am. Geudeke heeft bezwaar tegen kliekjesvorming.
De praeses stelt vast, dat een keuringscommissie in statu nascendi niets in te brengen heeft.
Am. Knol vraagt am. Wiepkema naar amica Stuart’s motieven, die tot het kenbaar maken van haar verlangen geleid hebben.
“Ieder wil”, zegt am. Wiepkema “graag opgenomen worden in Vera’s vervelendste dispuut. Zo bezien is amica Stuart niet meer of minder dan een exponent van onze amicae.”
De praeses wil stemming. Is één tegen, dan gaat de opname niet door. We moeten de modus quo en de status quo ze lid zal worden bepalen.
Am. Wiepkema pleit voor opname van amica Stuart als volwaardig lid, voor de volle prijs.
Am. Knol: “Laat amica Stuart zich betalen?”
De praeses stelt voor amica Stuart als volwaardig lid te accepteren.
Stemming volgt. Het voorstel wordt verworpen
33 (IXNAΘON -weekend 15 en 16 november 1952) ter Borne, Roden
Lezen: Jesaja 42: 1-7 en gebed
Lezing am. B. v.d. Velde over “Het Existentialisme”
Geïnstalleerd als lid van IXNAΘON worden de amici:
H.v.d. Meer
F.G. Stroes
H.Bolt
H.J. Meima
Praeses sluit met gebed.