Muziek (E.G.H.F. Kleinlein)

De zeer korte samenvatting van de lezing van am. Kleinlein is van de hand van de ab-actis, am. Kleinlein.

Am. Kleinlein betoogt dat er vele lijnen te volgen zijn bij een lezing over dit onderwerp. Hij zal het onderwerp chronologisch aanpakken. Te beginnen bij de primitieven belandt hij aldus op onze hedendaagse kunst en komt uiteindelijk tot de conclusie dat de muziek gaandeweg zijn dienende functie verloren heeft.
Daarnaast behandelt am. Kleinlein de samenstelling van het orkest en elk instrument afzonderlijk wordt naar voren gehaald in een kort klankbeeld.
Na een kort  intermezzo vervolgt Am. Kleinlein zijn lezing met de behandeling van de Peer Gynt suite van Grieg.

Bespreking:
Am. Jonkhoff vraagt wat de primair dienende functie van de muziek is in verband met de kunst ter wille van de kunst.
De spreker ziet hier geen dienende functie tenzij we het woord dienend zo absoluut willen nemen dat men de muziek al dienend wil zien b.v. tot (dienend) genoegen van componist en toehoorders; doch eigenlijk dan nog alleen voor de componist.
Volgens am. Smit is een en ander alleen afhankelijk van de levenshouding van de componist. De waardering van de muziek als zodanig zou hier niet van afhangen.
De Praeses meent dat de muziek in de loop van de tijd van dienende functie is veranderd.
Am. Bult vraagt of de muziek feitelijk wel enige functie moet hebben.
Spreker meent echter van wel.
Am. Jonkhoff wenst te weten of de blokfluit tot de fluiten gerekend dient te worden en wat het verschil tussen fluit en dwarsfluit is.
Am. Kleinlein antwoordt dat de blokfluit zeker tot de fluiten gerekend moet worden en dat met fluit tegenwoordig dwarsfluit bedoeld wordt.
Na een korte pauze bespreekt am. Kleinlein op verzoek de ouverture Egmond en laat dit werk vervolgens afdraaien, onderwijl de kwart interval aanduidend wanneer de bijl valt.