troonrede am. G.J. Mulder

Amici,

Het verheugt het bestuur uitermate, dat na een hardnekkige afwezigheid van precies één jaar am. Goutbeek eindelijk weer tijden s een vergadering van het dispuut aanwezig is. Blijkbaar verwacht am. Goutbeek meer van dit nieuwe bestuur dan van het vorige, wellicht ook  had hij een antipathie tegen het oude bestuur.
Hoe dit zij, het lijkt een goed voorteken.
Een nadeel van deze ‘omina’ is echter, dat ze pas na lange tijd als zodanig onomstotelijk vast komen te staan. Gedurende een tijdspanne bestaat de kans  dat ze bedriegen, dat het slechts nakomelingen van de wens zijn, de wens tot ..
En hier meen ik te moeten aanvullen: tot verbetering. Want hoe zeer het vorige praesidiaat gewaardeerd kan worden, een niet te verhullen feit is toch, dat de belangstelling, de activiteit van de Ichnathonen in dit jaar achter uit is gegaan. Het verschijnsel dat de laatste vergaderingen van het nooit abel genoeg te achten dispuut voor een overgroot deel – wellicht het grootste deel –  door eerstejaars amici bezocht worden geeft te denken, hoe positief deze belangstelling van de zijde van onze jeugdige amici ook gewaardeerd moet worden. Het doet de vraag rijzen: “Missen de ouderejaars de hun van ouds vertrouwde Ichnathon-sfeer?”
Zou dit het geval zijn, dan kan men de schuld in de eerste plaats zoeken bij de leden zelf. Een vergadering wordt niet in de eerste plaats gemaakt door de praeses, maar door de aanwezige leden. Deze bepalen de sfeer. Een echte Ichnathon-vergadering heeft ouderejaarsleden nodig, die doorkneed zijn in de Ichnathon-vergadersfeer. Zijn dezen niet in voldoende getale aanwezig, dan zal de sfeer een andere zijn dan de “oude vertrouwde”. Bovendien worden de eerstejaars, die de mores en vooral de spreek-mores binnen het dispuut nog niet zo goed kennen, opgeleid naar de aloude Ichnathon-tradities, zodat zij naderhand deze traditie zelf weer kunnen overleveren.
Hierbij zij nog gewezen op het kostbare bezit, om niet te zeggen de luxe van een stokoude, bijna met het dispuut vergroeide amice als am. Smit. De eerste paar keer zullen de verslagen van de commissie ter beheersing van de materie de oningewijde saai en onbegrijpelijk in de oren klinken, doch na enige oefening zal men merken hoeveel men heeft aan deze sprankelende, woordrijke monologen, maar vooral lezingen van am. Smit.
Welke zijn nu de oorzaken waarom het dispuutsleven vorig jaar niet zo gefloreerd heeft als daarvoor?
In de eerste plaats is er het lustrum geweest, dat dispuutsactiviteiten bijna twee maanden -twee actieve maanden- dwars gezeten heeft.
In de tweede plaats functioneert het dispuutshuis nog steeds niet zo goed als dit m.i. wel kan. Een eerste maatregel ter verbetering hiervan kan de D.C. nemen door de kachel dinsdagsavonds om 7 uur aan te zetten, zodat de temperatuur tenminste óók aan het begin van de avond, zo van 10 tot ½ 12 aangenaam is Dit is iets wat ik de D.C. leden van Ichnathon ten zeerste op het hart wil binden. Bovendien moet men de zekerheid hebben, dat men zich op het D.H. kan bezighouden met aangename zaken, zoals het amicale kletsen met de dispuutsgenoten, en mogelijk het één of andere spel. Dit werd vorig jaar ook gesuggereerd in de troonrede van am. Goutbeek. Deze suggestie is echter stilzwijgend vergeten; het ligt in de bedoeling van het bestuur tenminste een bridge”club” (men plaatse hier aanhalingstekens) op te richten zo hiervoor voldoende belangstelling is.
Het bekende spreekwoord: “hoe meer zielen, hoe meer vreugd” mag men zich ook nog wel eens beter realiseren! Als er meerdere leden zijn is de sfeer op het D.H. bijna altijd uitstekend. De grote suggestie, die het bestuur dan ook geeft is: “Bezoek wekelijks het Dispuutshuis.”
Verdere oorzaken zijn uiteraard ook de nog steeds strakker wordende studiebegeleiding en de zo langzamerhand beroemde mentaliteitsverandering van de student; steeds meer vriendjes doen niets meer aan VERA en dispuutsleven; men stimuleert elkaar nauwelijks nog om actief te worden. Iemand die een functie binnen de vereniging aanneemt is “erin gestonken”
zoals het beminnelijk gezegde wordt bij een steeds groter wordende massa VERA-sukkels.
En hier raakt men meteen de grote opdracht van de disputen; deze dienen over een tijd alle functies over te nemen, die het VERA van vroeger had. VERA nu laat zijn leden (afgezien van een vrij kleine zeer actieve kern) in de kou staan, en dit kan het C.B. niet verweten worden.
Ik ben dan ook van mening, dat de federatieve vorm van VERA in de toekomst onvermijdelijk wordt. De disputen moeten zorgen, dat ze , vóór het zover is, elk hun eigen VERA-sukkels omgevormd hebben tot actieve dispuutsleden.
Hiertoe zijn rigoureuze en waarschijnlijk zelfs spectaculaire zaken nodig, in elk geval dingen, die buiten de gewone sleur vallen.
De weekends die het dispuut het afgelopen jaar organiseerde, blijken vrijwel alle bijzonder goed bezocht, en ook bijzonder geslaagd geweest te zijn.
 Het bestuur is derhalve van plan  dezelfde koers dit jaar te volgen, er naar strevend zoveel mogelijk amici hierheen te lokken, om ze naderhand geroerd , maar ook gesterkt door het samenzijn der Ichnathonen, zij die allen zonder uitzondering, kennis hebben van het geheim – onder HAAR hoede en bescherming, aan de  dispuutsboezem te drukken, in casu het dispuutshuis.
Verder zal gezocht worden naar een mogelijkheid om, strikt in dispuutsverband één of andere zaak ten uitvoer te brengen, die ook vele tot nog toe obscure Ichnathonen hoopt te trekken.
Amici, de aangename en vereerde betrekkingen met HAAR zullen ook door dit bestuur weer zo nauw mogelijk worden aangehaald.
Het bestuur voelt HAAR bescherming als steunbeer in de rug – d’r komme wat d’r komme moge, … de heilwens blijft, IXNAΘON hoog!

Waren HAAR jaren van bloei niet reeds voorbij, ware HAAR groei niet tot stilstand gekomen, ik zou uitroepen:
         Vivat, crescat, floreat HAAR nostra

Abactiaal jaarveslag 1964-1965 door am. G.W. Welling

Alvorens ik tot een verslag van de Ichnathonale activiteiten van dit jaar overga wil ik mijn grote blijdschap uitspreken over het feit, dat Ichnathon ondanks am. Steensma in het laatste VERA-orgaan, zijn bestaansrecht bewijst.
Am. Steensma noemt vergaderen, o.a. zoals Ichnathon dat doet, sterk verouderd, er moeten meer weekenden komen. Ichnathon doet echter beide:
Als wij dan terugzien op dit jaar zien we een grote verscheidenheid in activiteiten. Op 30 januari ’64 wordt voor de eerste maal een poging gedaan, het culturele peil van de Veraan omhoog te brengen d.m.v. een orgelconcert t.g.v. de 17e dies natalis van ons dispuut. Gister is een tweede poging gedaan.
De volgende dag werd er gedineerd bij “Bij Koos Kerstholt”: CORDON BLEU, en am. Keizer hield een lezing getiteld: Beeldenstorm, die inging op de reacties op het TV-programma Z.i.h.t.o.n.e.e.K.
De eerste maal dat am. Mulder niet werd bevredigd was tijdens de vergadering van 25 februari.
Met telepathie had Ichnathon de 17e maart voor het eerst te maken. Het telepathisch contact echter dat praeses wil verzorgen wordt verstoord door am. Bosch, die knopen van Goutbeek wil maken voor de OJ.
11 april heb ik eieren geraapt, am. Mulder en am. Haan Jr. lieten mij danig in de steek; om te zorgen, dat ook zij de volgende keer meegaan is een deskundige commissie benoemd.
Dinsdag 14 april werd er hutspot in de kelderbar gegeten, de Beurs met een Ichnathonaal bezoek vereerd en daarna het dispuutshuis.
9 en 10 mei werd een niet traditioneel voorjaarsweekend gehouden in Uitwellingerga. Vele amici hebben hier hun kunsten getoond op het gebied van zeilen en naaien, hopelijk wordt dit een traditie.
11 maart krijgt Ichnathon er een nieuwe amice bij,  te weten am. Goudvink.
16 juni hield am. Bosch een lezing over Hypnose en Metabletica.
Na de vakantie werd ons een groot aantal nieuwe novieten toevertrouwd. Am. te Velde lichtte hen 6 september voorzichtig voor.
Van 7-12 september verbleven onze novieten en enkele theedrinkende ouderejaars in een kampeerboerderij nabij Lhee. ’s Ochtends vijf uur werd er opgestaan, ikzelf iets later en am. Mulder helemaal niet, om daarna te vertrekken naar Lucas Aardenburg, die ons echter niet het door am. Krajenbrink gevraagde licht landwerk bezorgde. Over het snurken van am. Haan dient u de almanak na te slaan; deze omgeving is niet geschikt om daar nu over te spreken.
Donderdag 16 september werd onze beschermvrouwe met een bezoek vereerd, de  eerstejaars kregen bijkans tranen in de ogen bij de aanblik van HAAR, ook ik kreeg echter een brok in de keel.
Het congresthema OVER HOOP werd 13 oktober besproken, de amici Smit, Bosch, ten Kate en Veldhuis probeerden elkaar en de vergadering iets van deze materie te doen begrijpen.
31 oktober en 1 november werd het traditionele najaars- en installatieweekend gehouden, en gelukkig weer in de Borne te Roden. Met vaste hand werd hier weer met smijtpasta gesmeten. De installatie op de stikdonkere oude Drentse hei in het bijzijn van een oude – dit jaar ook aan diarrhee lijdende  – Drentse kip, vormde als vanouds weer het hoogtepunt.
15 december is am. Mulder traditiegetrouw nog steeds niet bevredigd. We houen het zo. Hij hield een – niet alle amici bevredigende – lezing over “Kunst of Kundigheid”.
Maar am. Mulder bleef op zijn stuk staan, wij trouwens ook.
26 januari werd een korte vergadering gehouden tijdens welke een nieuw bestuur gekozen werd. Het volgende jaar zullen de amici Mulder, Senneker en Breimer het proberen.
Dan zijn we aangeland bij de 18e dies natalis van ons abel dispuut en bij een nieuw bestuur. Moge ook het volgende Ichnathonjaar gekenmerkt worden door een rijke verscheidenheid van activiteiten. Ik besluit met de heilwens ICHNATHON HOOG !!!!!!!

G.W. Welling
h.t. abactis
9 februari 1965

 

 

troonrede am. H.P. Goutbeek

In zijn troonrede trekt praeses verschillende vergelijkingen. Een stad met woonwijken en woonwijken met huizen, schouwburgen en fabrieken vergelijkt hij met: VERA met “hobby”huizen en deze met disputen en subverenigingen.
Hij trekt de vergelijking nog even door.
Huis – dispuut; bouwstenen – leden; dak – dispuutsbestuur; schoorsteen – am. Smit.
Hij wil de afstand bestuur – leden zo klein mogelijk houden en daarom een bungalow bouwen.
Het bestuur wil het niet alleen zoeken in veel vergaderen, maar ook in veel bijeenkomen op het dispuutshuis.
Hij vindt dat er enkele commissies te veel zijn en desondanks een overmaat aan te weinig.
Hij hoopt dat de verbouwing spoedig een feit mag worden en besluit met de heilwens IXNAΘON HOOG!

jaarrede am. R.J. Hoekstra

Praeses schetste de pogingen van tal van disputen nieuwe wegen in te slaan; ook IXNAΘON heeft getracht zich te ontworstelen aan de sleur van het verleden. Vaak is het zo dat verveling hoogtij dreigt te vieren tijdens de vergaderingen. Moeten wij amici afstoten door de vele mores? Praeses noemt tevens de eervolle plaats, die IXNAΘON nog steeds onder de disputen inneemt en de nieuwe mogelijkheden, ontstaan door het betrekken van het dispuutshuis, die echter z.i. nog niet volledig en door ieder benut worden. De coördinatie van de 3 disputen noemt hij onvoldoende.
Verder memoreert hij nog de bezoeken aan HAAR en de diverse lezingen die werden gehouden.
De novieten noemt hij hoopgevend voor de toekomst.
Praeses eindigt zijn jaarrede met de heilwens IXNAΘON HOOG!

troonrede am. R.J. Hoekstra

Allereerst spreekt de praeses zijn waardering uit voor de activiteiten van het nu afgetreden bestuur, waaraan het dispuut veel te danken heeft.
Hij wijst op de toenemende betekenis van het dispuut in het kader van de problemen, die het groter worden van VERA met zich meebrengen. Praeses wenst een actiever dispuutsleven, hetgeen niet alleen van belang is voor het dispuut, doch ook voor VERA als geheel: een actieve dispuutsgemeenschap kan de VERA-gemeenschap stimuleren. Verder moeten we alle leden van het dispuut pogen te binden.
Praeses acht bovengenoemde doeleinden het best te realiseren door de traditionele gang van dispuutszaken te doorbreken. Het bestuur is daarom van plan twee vergaderingen per maand te laten houden; de ene van huishoudelijke en formele aard, de andere met een openbaar en informeel karakter. Ook zal het dispuutsleven in toenemende mate in een sfeer van gezelligheid moeten worden getrokken: praeses wijst in dit verband op een stamkroeg en meer dan één dispuutsweekend per jaar.
Het absentieprobleem zal in eerste instantie door het dispuutsnovitiaat moeten worden aangepakt en wel door de eerstejaars op actieve wijze te ontvangen en aan de dispuutsgemeenschap te binden.
Voorts denkt het bestuur aan een lezingencyclus, d.w.z. een aantal lezingen, die een bepaalde problematiek van verschillende zijden benaderen.
Zodra de oude paden niet meer voldoen aan de eisen, die de werkelijkheid stelt, zullen wij deze moeten verlaten, en nieuwe wegen bewandelen.

jaarrede am. H. Boonstra (1963)

 

Amici,

Het ogenblik is aangebroken dat ik mijn jaarrede ga uitspreken.
Veel dingen moeten mij van het hart. Ook dit jaar zijn er weer veel gewone en enkele buitengewone dingen gebeurd.
Van de gewone, desniettemin goede en niet te ontberen dingen wil ik het kievitseieren rapen, bezoek aan HAAR, weekend, vergaderingen (met lezingen over doodstraf, evolutie, utopia, volkenrecht, kerkelijke eenheid, levens verlenging door reanimatie, bespreking van het rapport van DE commissie) en onze reünie in de Koppelpaarden noemen.
Van de buitengewone gebeurtenissen is ook wel iets te noemen. Zou het ooit eerder in de IXNAΘON-geschiedenis gebeurd zijn dat de vergadering ’s morgens om 7:30 u heropend is en dat de praeses en de fiscus-ass. alleen aanwezig waren, ondanks de goede bedoelingen van vele trouwe IXNAΘON leden. Helaas hebben zij Morpheus’ armen liever gehad dan IXNAΘON’s roepstem.
Ook wil ik hier de activiteiten van mijn fiscus-ass. noemen Hij was ook degene die mijn abactis trouw ter zijde stond door een bandrecorder in de vergadering te introduceren. Dit bleek van zulk groot nut dat zelfs toen de abactis afwezig was wij zijn meeslepende stem naar hartelust konden beluisteren. Ook dit is nog nooit binnen IXNAΘON’s veste voorgekomen. Helaas ook hiervoor had men weinig belangstelling. Ja, amici, dit laatste is een feit dat wij dit jaar niet voor het eerst geconstateerd hebben.
Dit blijft een erg moeilijk punt. ook wij hebben dit jaar getracht hierin verandering te brengen door o.a. actuele onderwerpen te behandelen, door het vergaderspel wat op de achtergrond te dringen, door een stamkroeg cie in het leven te roepen, door enkele obscure leden persoonlijk aan te spreken.
Amici, ik kan heel kort zijn: Het is ons mislukt ! ! ! !
Wij zijn te veel voort gesukkeld in het oude straatje met zo nu en dan een lichte variatie op het al oude thema. Wij hadden het anders moeten doen. We hadden een heel nieuwe compositie moeten maken ! ! !  Hiermee bedoel ik dan vooral het organiseren van vergaderingen.
Om een voorbeeld te noemen . . .  de duur en begin van een vergadering. De student heeft door z’n overladen studie programma weinig tijd om deel te nemen aan allerlei activiteiten. Dus hij kan moeilijk een hele avond besteden aan een dispuutsvergadering.
Dit verklaart ook waarom pas ongeveer twee uur na de vastgestelde tijd er genoeg leden aanwezig zijn om de vergadering te beginnen en waarom de meeste leden al lang voor het einde van de vergadering weer verdwenen zijn.

U begrijpt wat ik bedoel. Als de eerste aangekomen vermoeid is van het vergaderen en aanstalten maakt er mee op te houden komt de laatst aangekomene fris en vol goede moed aangetogen om te vergaderen en op die manier wordt de vergadering onnodig gerekt en uitgesmeerd over vele uren.

Willen we doeltreffend gaan vergaderen dan moeten we zorgen dat dit alles verandert. Om de obscure ouderejaars te trekken hoeven we dit jaar niet meer te doen. Maar het gaat er om dat we het voor de jongeren aantrekkelijker maken om een IXNAΘON vergadering te bezoeken.
Amici, als wij het weer over konden doen, zouden wij het anders inkleden. Maar ja, men moet door scha en schande wijs worden.
Toen ik dit alles overdacht, bleef er van mijn voldaan gevoel over het afgelopen bestuursjaar weinig of niets over.
Dit werd echter gecompenseerd door de dinsdag jl. gehouden Centrale Raads vergadering. Hier werden de activiteiten van de disputen besproken en het bleek dat IXNAΘON één van de meest goed functionerende disputen was. Dit heeft mij het gelukkige gevoel gegeven dat dit jaar toch niet vruchteloos was. Dat we toch nog kunnen spreken van het meest abele dispuut.
Voor dit resultaat ben ik veel dank verschuldigd aan U meneer de abactis en meneer de fiscus-ass. Ik dank U voor het vele  en intensieve werk dat U beide voor het dispuut hebt gedaan.
Maar bovenal wil ik U danken amici voor de door U aan de dag gelegde activiteiten.
Ik weet dat IXNAΘON hoewel hij dit jaar niet aan zijn alter ego verschenen is, ons aanschouwd heeft en met vreugde gadegeslagen heeft wat U in het dispuut hebt gedaan.
En ik wens IXNAΘON himself en U binnen IXNAΘON een goede toekomst toe —-IXNAΘON HOOG ! ! ! ! !

Samenvatting:

Praeses derogatus vermeldt, dat er dit bestuursjaar gewone en extraordinaire zaken zijn gepasseerd. Eén vergadering werd om half 8 ’s ochtends heropend; op de bandrecorder fiscus-assessoris viel ’s abactis’ stem te beluisteren.
Vanwege de geringe belangstelling der leden en hun late komst ter vergadering is geprobeerd het over een andere boeg te gooien – actuele onderwerpen voor lezingen, een stamkroeg. Helaas maakt het IXNAΘON-schip nog steeds slagzij; blijkbaar stonden de betere schippers aan wal. Praeses gelooft, dat het dispuutsleven aantrekkelijker moet worden gemaakt voor de jongerejaars.
Een voldaan gevoel over in het afgelopen jaar gedane zaken bleef weg, maar toch beleefde praeses voldoening aan het feit, dat in de Centrale Raad IXNAΘON geprezen werd – het is toch nog een abel dispuut.

troonrede am. H. Boonstra

Praeses spreekt eerst enige woorden tot de juist gedechargeerde bestuursleden, dankzij wie het vorige jaar een bloeiend dispuutsleven te zien gaf.

Mijne Heren, leden van het dispuut  IXNAΘON.
Amici,
Al weer 3 weken is het geleden dat IXNAΘON een nieuw jaar is begonnen. Het is niet de gewoonte dat het bestuur op een zo laat tijdstip zich tot u wendt om zijn beleid kenbaar te maken.
Echter de festiviteiten ter ere van het lustrum rechtvaardigen dit volkomen. U zult het mij allen moeten toestaan dat het dispuutsleven binnen de SSR momenteel een erg belangrijke rol speelt. Men zou misschien spreken van de belangrijkste rol.
Immers door de groei van de afdelingen en dus van VERA is het erg moeilijk oftewel praktisch onmogelijk de ware amicitia en vorming tot Christen-Akademicus te verwezenlijken.
En waar kan men dit dan beter beleven dan in het dispuut. Is het niet dáár, dat we de opdracht die SSR ons stelt het beste kunnen volbrengen.
Gelukkig, hoewel maar ten dele, voldoet IXNAΘON aan deze eisen. Neemt u bv de amicitia. Mijns inziens wordt binnen VERA nergens de saamhorigheid zo sterk gevoeld als in het dispuut. In het dispuut voelt men zich opgenomen in een kring waarvan men de personen niet alleen bij name kent maar ook iets verder. Daar leert men elkaar waarderen en begrijpen. Ik hoop dat het ook U zo vergaat en zal vergaan binnen  IXNAΘON.
Uit dit alles volgt dat het dispuut wel een zeer omvangrijke en belangrijke taak heeft. Zij moet zowel vormingscentrum als gezelligheidsvereniging zijn. Helaas blijkt het dat IXNAΘON niet voor alle leden aan de verwachting voldoet. Dat niet iederéén er vindt wat hij zoekt. U hoeft maar te denken aan de lange lijst namen in de notulen, waarvan de dragers iedere vergadering weer door afwezigheid schitteren.
Ten dele ligt dit zeer zeker aan die amici, maar zou er ook niet ergens een leemte in het dispuutsleven zelf liggen.
Laten we daartoe de bovengenoemde taken eens onder de loup nemen. In de eerste plaats de vorming tot Christenakademicus. Men zou dit kunnen doen door bv. lezingen over Theologie te gaan houden en diepgaande verhandelingen over filosofische onderwerpen. Het is dan echter de vraag of de vorming tot zijn recht komt, ja of ze zelfs niet verdrongen wordt naar een tweede plaats. Men gaat er zo gauw toe over om het geheel te filosofisch te maken. Zodat men een vorming krijgt die niet van praktisch nut is. En dat eist de vorming tot Christen-Akademicus wel, immers zij dient er toe om ons te leren hoe wij later en nu in de wereld en tegenover de maatschappij ons te gedragen hebben als kinderen van God. Zij toch stelt zich tot doel ons te leren leven naar de richtlijnen die Christus ons geeft in zijn Woord. Ik wil beslist niet zeggen dat men bv. geen diepgaande theologieën of filosofische verhandelingen  mag geven, maar daar tegenover moet zeker het bespreken staan van praktische en actuele onderwerpen in de verhouding Geloof-Wetenschap.
En het bestuur gelooft dan ook dat de grote lijst van afwezigen hierdoor zal verminderen. Zij die niet filosofisch of diepzinnig theologisch aangelegd zijn, zullen dan ook aan hun trekken komen. Niet iederéén kan of wil filosofisch denken.
Evenzo is het met het gezelligheidsleven in het dispuut. Heel veel voelen zich niet thuis in het dispuut omdat niet zelden een groot deel van de vergadering overgaat in vergaderspel. Ook van dit spel wil ik helemaal niets onaangenaams zeggen, maar U kunt zich misschien voorstellen dat niet iederéén dol is op dit spel of zelfs dit spel niet kent of niet bij machte is het te spelen. Niet iederéén is zo vol interesse voor de OH, de OD, de OJ, en eieren rapen. Niet iederéén vindt het plezierig en interessant om hier hele tijden over te spreken. Hij kan er zelfs jammer genoeg misschien niet over spreken. Ik wil niet beweren dat de OD, de OH, de OJ en eieren rapen en het spreken daarover onbelangrijk is. Integendeel, ik houd hen in zeer hoge eer, maar U begrijpt, er moet zoals bij zoveel dingen een maat zijn.
Wat ik eigenlijk bedoel is dat dit dat U zoveel mogelijk ieder lid van het dispuut IXNAΘON geeft wat hij wil of om met de URC-rapporten te spreken “om in de lezingen-opbouw een elk wat wils principe te gaan volgen”. 
Wil men de stelregel dat ieder lid van VERA geplaatst moet worden in een dispuut handhaven, dan moet men ook zorgen dat een dispuut zoveel mogelijk voorziet in de interesse van een ieder van ons.
Ook het tot lang na middernacht vergaderen is vaak voor velen een bezwaar, daar ook nu weer niet iederéén in de gelegenheid is om ’s morgens de geleden schade aan slaap in te halen.
Om het gestelde doel zo goed mogelijk te benaderen is het ook belangrijk en wenselijk om ons dispuut IXNAΘON niet te sterk uit te breiden.
Wij zullen een zelfde soort regeling toe moeten passen op de grote stroom eerstejaars als het voorgaande bestuur gedaan heeft.
U ziet, wij zullen ook dit jaar weer de strijd te voeren hebben om IXNAΘON tot een bloeiend dispuut te maken. Zo te maken dat zij tegen haar taak is opgewassen en door haar vorming ons tot steun en opbouw in ons geloof en leven zal zijn.
Het bestuur zal doen wat in zijn vermogen ligt, maar het rekent ook op U. Ook U hebt de plicht op U geladen dit doel te helpen verwezenlijken.
Maar ook dit jaar zullen we ons terugtrekken uit het strijdgewoel om ergens elders een weekend door te brengen.
En ook zullen we ons op gezette tijden laven bij de bron nl. bij HAAR en daar nieuwe kracht opdoen.
HAAR stimulerende werking zal ons in staat brengen om IXNAΘON hoog te houden.
Daarom “IXNAΘON HOOG” Ook dit jaar.

Samenvatting:
Praeses noemt het dispuutsleven binnen SSR belangrijk, waarschijnlijk wel het belangrijkst. Binnen  leert men de amicitia kennen, het dispuut maakt een vormingscentrum en een gezelligheidsvereniging uit; dáár kun je je Christendom het best beleven, daar geschiedt grotendeels je vorming tot Christenstudent.
Men dient er te leven naar de richtlijnen, die de Bijbel stelt. Praeses is daarom niet zo voor lezingen die filosofische beschouwingen inhouden; het gezelligheidsleven moet meer op de voorgrond treden, maar het spelelement (OD, OH, etcetera) moet niet te ver worden doorgevoerd. Daarin stellen niet alle leden belang en het dispuut moet toch zoveel mogelijk geven, wat een ieder interesseert.
Vergaderingen tot diep in de nacht zijn uit den boze; verder vindt praeses dat het dispuut niet al te veel uitbreiding moet hebben.
Er valt nog veel te doen voor het nieuwe bestuur, dat zich echter zal kunnen verkwikken aan de rust van het weekend en zich kunnen laven aan de bron bij HAAR. Hij besluit met een “IXNAΘON hoog!”

jaarrede am. H.E. Doedens

De praeses begint met te zeggen, dat hij slechts enkele woorden tot de vergadering wil richten. Een verslag van het afgelopen bestuursjaar is enigszins overbodig, men heeft de vergaderingen kunnen bezoeken. Praeses releveert de onderwerpen van de lezingen en richt zich daarna tot wie er niet is. Er zijn slechts weinig actieve dispuutsleden binnen VERA en ook op IXNAΘON, maar het blijkt moeilijk meer leden in de dispuutsactiviteiten te betrekken.
Schorsing van inactievelingen  stuit af op weigering van het CB en is ook moeilijk binnen VERA. Wij kunnen ons beter bij Vindicat in gaan passen als er geen verschillen met ‘het Corps’ over blijven, ook op het levensbeschouwelijk vlak. Zo die verschillen er wel bestaan, dienen we er naar te leven. De praeses bedankt de leden, die IXNAΘON uitmaakten, voor hun regelmatig bezoeken van de vergaderingen en hun enthousiasme voor het dispuut; hij dankt de leden der diverse commissies en richt tenslotte een dankwoord aan zijn medebestuurderen, zijn lof uitsprekend voor de consciëntie en de accuratesse van de abactis, de fiscus-assessor dankend voor het uitstekend beheer van de financiën.

intrede-rede am. D.J. Krajenbrink

In zijn intrede-rede zegt de praeses, dat hij niet hoopt zijn vele illustere voorgangers ook maar te benaderen of te evenaren, hij hoopt ze te overtreffen. Op aanraden van Thorbecke wil hij nl. zijn idealen en verwachtingen zo hoog mogelijk stellen. Dit wil niet zeggen, dat hij verwacht van IXNAΘON even veel invloed te zullen krijgen als Thorbecke had in Nederland, maar hij verwacht meer invloed te hebben.

jaarrede am. A. Jonkhoff

Het afgelopen jaar is goed gebruikt: zes vergaderingen, een weekend in Roden, en de nieuw ingestelde dispuutsreünies. Teleurstellend is, dat vele eerstejaars nog niet in staat bleken het dispuut IXNAΘON op juiste waarde te schatten. Ondanks alle goede zorgen van het dispuut is slechts één ei in het nest van ons dispuut uitgekomen, terwijl drie andere kuikens slechts met moeite uit de broedstoof van de Centrale raad onder IXNAΘON’s beschermende vlerken gebracht konden worden. Ook de praeses zelf is door zijn functie gevormd: hij merkt nl. met Goethe op, dat wij de strategie eerst leren inzien als de veldslag voorbij is.