jaarrede am.P.M. Wiepkema (1951)

Wanneer wij ons tot taak stellen een kort overzicht te geven van het afgelopen jaar, dan is dit om diverse redenen enigszins moeilijk.
De aktiviteit van het dispuut in het geheel is niet zo geweest als wel ware te wensen geweest.
Het jaar begon met een weekend waarop een principiële onenigheid in het dispuut ontstond over wezen en doel van het dispuut met vele onaangename gevolgen.
De lezing op dit weekend over Jezus Christus  en … persoonlijk leven was helaas niet in staat de gezindten weer te verenigen.
De op dit weekend volgende dies muntte uit door een zekere moedeloosheid en slapheid, met name het diner.
De dieslezing was van am. v.d. Velde over Kunst en Religie.
De volgende vergaderingen stonden steeds weer in het teken van de oude vete, die tijden lang onopgelost bleef hangen.
Er was een vergadering op 12 maart en op 17 mei.
Lezingen: “De onsterfelijkheid der ziel  ” door am. Koster, “Zending” door am. Wiepkema, “Maria-dogma” door am. Eskes.
In October werd bovendien bij wijze van experiment een disp. ontgr. avond gehouden waarop helaas weer verschillende dingen scheef gingen. Ditmaal min of meer buiten de schuld van het dispuut, maar nl. door ’t optreden van de nov. cie en het Vera-bestuurslid. Zeer jammer voor overigens enthousiast opgezette avond.
Op een vergadering van 14 november 1950 werd nogmaals uitgebreid over de dispuutsmoeilijkheden gesproken, mede op instigatie van het Vera-bestuur. Tot een ieders vreugde bleek op deze avond het oude geschil niet meer acuut, geen bezwaar langer voor goede samenwerking tussen individuele dispuutsleden.
Er werd openhartig en eerlijk gesproken en ook verwijten bleven de ander niet gespaard. Dat dit op zeer amicale wijze geschiedde stemde tot vreugde. Het oude geschil was dus opgelost, alle andere verwijten uitgesproken.
Helaas moest het traditionele weekend wegens ontbreken van eerstejaars afgezegd worden.
Deze lieden hadden gedeeltelijk gegronde redenen tot wegblijven, anderzijds ook helemaal geen reden.
In de loop van het jaar bedankten de leden Jan Booy, Koert Metzelaar, Harm Thomas Offringa.
De bestuurswerkzaamheden hebben zich beperkt tot de normale, met een jaarlijkse representatie op de dies. Bestuursvergaderingen zijn frequent gehouden, maar ook hier remde de oude vete.